Interview

Onno van Heerwaarden en Hans Spiegelaar

Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 6 min

Kustwacht: 'We willen de 26ste veiligheidsregio worden'

Nederland bestaat voor het grootste gedeelte uit zee en de Kustwacht is verantwoordelijk voor de veiligheid in dit gebied. Toch wordt de Kustwacht vaak vergeten bij het verstevigen van de crisisstructuur. “Wij noemen dat zeeblindheid”, zegt Hans Spiegelaar. “En dat is kwalijk, want de crisisaanpak wordt beter als we allemaal op dezelfde manier met elkaar samenwerken.”

Voor een interview met Kustwacht Nederland reis ik af naar Den Helder. Het lijkt alsof ik naar het uiterste puntje van Nederland rijd. Maar niets is minder waar. Na het ontvangst met een kopje koffie laat woordvoerder Denice Blok mij de kaart van Nederland zien, inclusief de Noordzee. Dat geeft een heel ander beeld: Den Helder ligt niet aan de rand maar in het midden van Nederland.

Op deze kaart is goed te zien hoe groot het Nederlandse deel van de Noordzee is. In feite is Nederland op zee groter dan op land. Bron: Infohuis Marien

Hans Spiegelaar, plaatsvervangend hoofd operaties dienstverlening bij de Kustwacht, zegt dat ik zeker niet de enige ben die de Noordzee over het hoofd ziet. “We worden vaak vergeten. Dat is frustrerend, want alles wat op land gebeurt, gebeurt op zee ook. Daarom is het belangrijk om allemaal op dezelfde manier met elkaar samen te gaan werken.” Hij zou het liefste zien dat Kustwacht Nederland gezien en behandeld wordt als de 26ste veiligheidsregio.

Dat is een duidelijk statement. Kunnen jullie me allereerst uitleggen waar ik aan moet denken bij crisisbeheersing op zee. Bij wat voor type crises komen jullie in actie?
Duty Officer Onno van Heerwaarden: “Dat kan van alles zijn. We komen bijvoorbeeld in actie als er een schip op drift is geraakt. Een voorbeeld daarvan is de Julietta D. Dit vrachtschip kwam in januari 2022 tijdens een storm los van het anker. Het raakte op drift en het botste vervolgens eerst op een olietanker en daarna tegen een windpark. We hebben de 18 bemanningsleden geëvacueerd.

Het vrachtschip Julietta D raakte in 2022 op drift. De Kustwacht heeft de 18 bemanningsleden geëvacueerd

Ook worden we om hulp gevraagd bij een brand op een schip. Een voorbeeld daarvan is de brand op de Fremantle Highway. Dit schip vervoerde 3.000 auto’s. Er ontstond brand en dit breidde zich snel uit. Zeven bemanningsleden sprongen overboord. Zij zijn uit het water gehaald door de reddingboten van de KNRM en de Rederij Noordgat. Wij hebben met onze helikopters de overige 16 bemanningsleden geëvacueerd.

We zijn bijvoorbeeld ook in actie gekomen toen er in 2019 270 zeecontainers overboord geslagen waren boven de Waddenzee. De containers die in zee lagen vormden een gevaar voor de scheepvaart.”

Hoe schalen jullie tijdens zo’n crisis op?
“We hebben een crisisstructuur die vergelijkbaar is met de crisisstructuur op land. Alleen de benamingen zijn anders. De crisisorganisaties op land schalen op volgens de GRIP-structuur. Wij werken met fases.

Bij een brand op een schip wordt de Kustwacht om hulp gevraagd. Een voorbeeld daarvan is de brand op de Fremantle Highway

Onze opschaling hoeft overigens niet synchroon te lopen met de opschaling op land. Een crisis kan op zee klein blijven, terwijl het op land veel groter wordt. Een voorbeeld daarvan is een evacuatie van een passagiersschip. Dit kan voor ons een overzichtelijke operatie zijn, terwijl er op land misschien veel nodig is om alle passagiers op te vangen.”

Hoe zit jullie crisisstructuur in elkaar?
“We hebben natuurlijk in de eerste plaats een reguliere organisatie. In die organisatie werken diensten van 6 verschillende ministeries met elkaar samen. Dus de professionals van bijvoorbeeld de politie, marine, Rijkswaterstaat, de NVWA, de ILT, de douane, de marechaussee en de Kustwacht hebben dagelijks met elkaar te maken.

Binnen de Kustwacht werken de diensten van 6 verschillende ministeries met elkaar samen

Bij een crisis blijft de reguliere organisatie in tact. Daarnaast stellen we een crisisteam samen. We vragen professionals met specifieke expertises om aan te sluiten. Bij de brand op de Fremantle Highway kreeg het crisisteam bijvoorbeeld ondersteuning van de marinebrandweer en bergingsspecialisten. Bij andere crises hebben we in het crisisteam afstemming met bijvoorbeeld een specialist op het gebied van gevaarlijke stoffen.”

Hoe heeft jullie crisisorganisatie zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
“De rollen en verantwoordelijkheden van de leden van het crisisteam zijn door de jaren heen steeds duidelijker geworden. Elk crisisteam bestaat nu uit een operationeel leider, een informatiemanager, een verslaglegger, een informatiemedewerker, een persvoorlichter en een chef van dienst. Vroeger was dat minder strak geregeld.

'We werken steeds beter samen met de hulpdiensten op land'

Ook hebben we een steeds betere samenwerking met de hulpdiensten op het land. We werken bijvoorbeeld in het LCMS en we hebben daar de mogelijkheid om zelf een eigen tabblad aan te maken. Dat is prettig, want een schip ligt meestal niet stil. Het kan wegdrijven of wegvaren, waardoor we tijdens een crisis plotseling met een andere veiligheidsregio te maken krijgen. In het LCMS kunnen we de nieuwe veiligheidsregio eenvoudig toegang geven tot de gegevens die we al eerder gedeeld hebben.

Natuurlijk zijn er ook nog verbeterpunten. Zo communiceert ons eigen incidentmanagementsysteem nog niet met het LCMS. Daardoor moeten we tijdens een crisis onze gegevens dubbel invoeren. Ook moeten we ervoor zorgen dat we dezelfde taal gaan spreken. Intern duiden we een kustwachtvliegtuig bijvoorbeeld aan met CG-01. Het is belangrijk dat we in het LCMS termen gebruiken die de ontvanger ook begrijpt.”

Zijn er meer zaken waar je tijdens een crisis vaak tegenaan loopt in de samenwerking met de organisaties op land?
“Ja, er is wel eens een misverstand over de taken en verantwoordelijkheden. De eerste kilometer uit de kust valt namelijk onder gemeentelijke grenzen. Dat geeft wel eens wat verwarring. Wij zijn verantwoordelijk voor de reddingsoperaties op de hele Noordzee, ook als een gebied binnen gemeentelijke grenzen valt. Dat is logisch want wij hebben de nautische kennis in huis om een crisis op zee te bezweren.

Tegelijkertijd moet ik ook zeggen dat de afstemming met de organisaties op land altijd goed is. Er heerst een sfeer van ‘Wir schaffen das’. Het maakt niks uit voor welke uitdagingen we gesteld worden. We komen er altijd samen uit.”

Hoe zou de samenwerking met de organisaties op land structureel verbeterd kunnen worden?
Hans: “Het zou goed zijn als we gezien worden als de 26ste veiligheidsregio. Nu ontwikkelen de crisisorganisaties op land regelmatig nieuwe werkwijzen, procedures en systemen. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van KCR2. We worden niet altijd meegenomen in die ontwikkelingen en we moeten veel moeite doen om aangehaakt te blijven.

Soms mogen we meedenken. Maar we maken het regelmatig mee dat organisaties dat ingewikkeld vinden. Ze gaan vervolgens het project meer afbakenen, waardoor we alsnog buiten de boot vallen. Dat is frustrerend want daardoor missen zij de aansluiting met de hulporganisatie op zee.”

Jullie zijn natuurlijk ook een vreemde eend in de bijt. Waarom is het niet wenselijk om jullie als aparte organisatie te zien?
“Omdat wij verantwoordelijk zijn voor een groot gebied. Het is niet logisch en niet efficiënt als wij geen onderdeel zijn van het geheel. Dat begint al met de basis. Voor een noodgeval op land bel je 112. Voor een noodgeval op zee moet je 0900-0111 bellen. Dat is toch niet handig? Het zou logischer zijn als je op zee ook 112 kunt bellen waarna je vraagt naar de Kustwacht.

Maar je merkt het aan alles. Onze meldkamer wordt bijvoorbeeld niet als een reguliere meldkamer gezien. Daardoor missen we veel functionaliteiten die de meldkamers op land wel hebben. Ook bij de aanschaf van nieuwe systemen wordt er vaak geen rekening gehouden met het bereik op zee.

'Het is efficiënter en logischer als we een onderdeel zijn van het geheel'

En vergis je niet: alles wat op land gebeurt, gebeurt op zee ook. Bovendien worden de activiteiten op zee steeds belangrijker voor onze economie. Denk alleen al aan de explosieve toename van het aantal windmolens op zee. Wij zijn verantwoordelijk voor het beschermen van de windparken. Als de windparken op zee door een calamiteit geen energie meer kunnen leveren, gaat het licht uit in een stad ter grootte van Parijs.”

Wat doen jullie om voorbereid te zijn op deze nieuwe risico’s?
Hans: “We breiden uit. We krijgen er de komende tijd 40 tot 50 nieuwe medewerkers bij. Dit is een inhaalslag, zodat we onze huidige taken beter aankunnen. We zouden graag nog een keer zo’n uitbreidingsslag willen maken, zodat we voldoende capaciteit hebben om ook voorbereid te zijn op de risico’s van de toekomst.

Door de komst van windparken hebben schepen minder ruimte om te varen. Ook hebben ze daardoor minder uitwijkmogelijkheden

Bovendien nemen we extra maatregelen. Door de komst van de windparken hebben schepen minder ruimte om te varen en ze hebben minder uitwijkmogelijkheden. Een schip heeft geen remmen, dus dat geeft extra risico’s. Daarom hebben wij een noodsleper paraat liggen bij de huidige windparken. Daar komen noodslepers bij voor de windparken die nog in aanbouw zijn.”

Onno: “Ook gaan we de schepen die daar varen continu monitoren en actief aanroepen, als we zien dat zij risicovolle bewegingen maken.”

Tot slot, wat is de kracht van de Kustwacht? En wat zouden crisisorganisaties op land eventueel van jullie kunnen leren?
Hans: “Onze kracht is dat we een klein team hebben. Dus de mensen die op tactisch niveau contacten leggen en beslissingen nemen, hebben vaak ook een functie op operationeel niveau. Daardoor kunnen we in de operationele aanpak gebruik maken van een groot netwerk. Je hebt daardoor soms net de ingang bij een organisatie die je op dat moment nodig hebt.”

Onno: “En dat grote netwerk is belangrijk, want we krijgen soms de meest bizarre meldingen binnen. Ik kreeg bijvoorbeeld een keer een telefoontje van een schip dat onder de Nederlandse vlag voer in de Golf van Aden. Het schip was net overvallen door piraten en de man die belde was nog de enige aan boord. Wij zijn verantwoordelijk voor alle meldingen die we binnenkrijgen, dus het is aan ons om hem te helpen. Ik ben toen op zoek gegaan naar anti-piratenorganisaties in die omgeving.”

'We krijgen soms de meest bizarre meldingen binnen'

Hans: “Een ander kenmerk van ons werk is dat de bevoegdheden soms razendsnel heen en weer flitsen. Een voorbeeld daarvan is de zoekactie naar de viskotter ‘Lummetje’. Dit begon als een reddingsoperatie en op zo’n moment kijkt iedereen naar ons. Vervolgens bleken de opvarenden verdronken te zijn, waardoor het een bergingsoperatie werd. Het was in dit geval belangrijk dat de politie als eerste de nabestaanden informeerden, voordat alles in de media kwam.

Bij zo’n incident is het echt alle hens aan dek. Je bent echt met je hele netwerk bezig om supersnel te schakelen, zonder dat je elkaar verliest. En soms moet je afwijken van de procedures om je doel te bereiken. Dat is prima, zolang je het maar kunnen verantwoorden. Het gaat natuurlijk om een noodlottig ongeval. Toch kijk ik met tevredenheid terug op onze aanpak tijdens deze crisis, omdat we alles in goede banen hebben weten te leiden.”

25 oktober 2023