Interview
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 6 min

Hoe zijn we voorbereid op een kernramp?

De kans dat we in Nederland getroffen worden door een kernramp is heel erg klein. Wat doen we als het toch gebeurt? Een interview met de experts van het DCC I&W, het RIVM en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).

We hebben in Nederland 3 objecten die een ernstig stralingsongeval met bovenregionale gevolgen kunnen veroorzaken, namelijk de kerncentrale in Borsele en de reactors in Delft en Petten. Ook net over de grens, in België en Duitsland, staan enkele objecten die in theorie een kernramp kunnen veroorzaken.

Toch is de kans dat dat gebeurt heel erg klein. “Dat komt omdat er ontzettend veel gestuurd wordt op het voorkomen daarvan”, zegt Mark van Bourgondiën, teamleider Straling, Afval & Ontmanteling bij de ANVS en verantwoordelijk voor het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn). “We werken volgens een gelaagd veiligheidsprincipe. Dat betekent dat we veel voorzieningen hebben getroffen die onafhankelijk van elkaar functioneren. Alleen als veel verschillende elementen tegelijk stuk gaan, kunnen we te maken krijgen met een ernstig stralingsongeval.”

Mark van Bourgondiën, teamleider Straling, Afval & Ontmanteling bij de ANVS en verantwoordelijk voor het Crisis Expert Team straling en nucleair

En áls er ergens ter wereld een kernramp of een ernstig stralingsongeval plaatsvindt, dan wordt er in Nederland een crisisorganisatie geactiveerd. Deze organisatie staat onder leiding van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. Het RIVM en de ANVS spelen daar – samen met anderen - een cruciale rol in.

Wanneer zijn jullie voor het laatst geactiveerd?
“Op 4 maart 2022”, vertelt Machiel Kleemans, coördinerend adviseur stralingsongevallen bij het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het ministerie van I&W. “Het nieuws was dat de kerncentrale in Oekraïne was beschoten en er brand was ontstaan. De vrees was groot dat dit tot een kernramp zou leiden. Daarom hebben we ons Crisis Expert Team straling en nucleair geactiveerd.

Machiel Kleemans, coördinerend adviseur stralingsongevallen bij het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het ministerie van I&W

We zijn om 3.30 uur ’s ochtends bij elkaar gekomen en hebben de situatie in beeld gebracht. Al snel bleek dat het niet ging om een brand in de kerncentrale, maar in een bijgebouw. Dus het gevaar was al snel geweken.”

Dit had ook anders kunnen aflopen. Hadden we dan ook in Nederland maatregelen moeten treffen?
“Het nemen van directe maatregelen, zoals binnen blijven of evacueren, zouden niet nodig zijn geweest”, zegt Lars Roobol, hoofd van de afdeling stralingsonderzoek, kennis en beleid bij het RIVM. “Misschien hadden we wel indirecte maatregelen moeten nemen. Na zo’n kernramp kunnen er ook op afstand radioactieve deeltjes neerslaan op de grond. Daardoor kan het nodig zijn om de gewassen te vernietigen of om het vee binnen te halen.

Lars Roobol, hoofd van de afdeling stralingsonderzoek, kennis en beleid bij het RIVM

Na de kernramp in Tsjernobyl is er bijvoorbeeld besloten om Nederlandse spinazie uit de handel te halen en te vernietigen. Tijdens deze dreiging in maart waren er nog weinig gewassen op het land. Dus misschien was het alleen nodig geweest om het vee op stal te houden.”

De mogelijke impact voor Nederland viel dus mee. Waarom was het toch nodig om de crisisorganisatie te activeren?
Machiel: “Omdat het niet alleen onze taak is om maatregelen te nemen. Het is ook belangrijk om Nederlandse burgers en organisaties goed te informeren over de dreiging. In de crisisorganisatie komen experts van verschillende organisaties samen. Het KNMI geeft ons bijvoorbeeld inzicht in de verwachte wind en neerslag. Zo weten we wanneer een mogelijke radioactieve wolk Nederland kan bereiken en wat de mogelijke impact zal zijn.

De experts van de Wageningen Food Safety Research (WFSR) geven ons inzicht in de mogelijke impact op de voedselketen. Zo weten we wat de mogelijke impact zal zijn en kunnen we Nederlandse burgers en organisaties daar goed over informeren.”

Stel dat we in Nederland getroffen worden door een kernramp. Wat zouden dan de gevolgen zijn?
Lars: “De impact van een kernramp in Nederland is veel minder groot dan dat mensen vaak denken. Uit ons onderzoek blijkt dat veel mensen denken dat een kernramp net zo iets is als het ontploffen van een atoombom. Dat gebeurt in een flits en dan is iedereen dood.

Dat is bij een kernramp niet het geval. In de eerste plaats zie je de gevolgen van een kernramp uren, soms zelfs dagen van te voren aankomen. Je hebt dus de tijd om maatregelen te nemen zoals het evacueren van een gebied, mensen oproepen om binnen te blijven of stoppen met het winnen van drinkwater.”

Hoe komt het dat je een kernramp zo lang van tevoren ziet aankomen?
Mark: “Dat heeft alles met het gelaagde veiligheidsprincipe te maken. Er moeten meerdere elementen tegelijk kapot gaan om een ernstig stralingsongeval te veroorzaken. Stel dat er een ernstig ongeval plaatsvindt ín de reactor. De koeling en de stroom vallen beiden uit. Daardoor gaat de temperatuur oplopen.

De radioactieve wolk die mogelijk vrijkomt bij een kernramp, kan nog uren vastgehouden worden in de koepel

De radioactieve wolk die dan vrijkomt, wordt eerst opgevangen door een koepel. Daar kunnen we de wolk nog uren vasthouden. De wolk gaat uiteindelijk gefilterd en getimed naar buiten.”

Geldt dat ook voor dreigingen van buitenaf? Stel dat een vliegtuig een kerncentrale doorboort.
“Er zijn natuurlijk veel verschillende scenario’s denkbaar. Om bij het voorbeeld van het vliegtuig te blijven: je hebt al een zeer zwaar vliegtuig nodig om de koepel te doorboren. Mocht dat toch lukken, dan heb je de reactor nog niet bereikt. Je hebt dan nog veel kracht nodig om ook door die andere barrières heen te breken. De kans dat dat gebeurt, is bijzonder klein.”

Stel dat mensen na een kernramp toch blootgesteld worden aan een grote hoeveelheid straling. Wat zijn dan de gevolgen?
Lars: “Dan zijn de gevolgen veel minder groot dan dat mensen veelal denken. Mensen denken soms dat ze na de blootstelling aan straling snel zullen overlijden. Dat beeld klopt niet. Bij het ongeval in Fukushima heeft niemand zo veel dosis ontvangen dat er acute effecten zijn opgetreden.

Bij het ongeval in Fukushima heeft niemand zo veel straling ontvangen dat er acute effecten zijn opgetreden

Ook de gevolgen voor de lange termijn zijn minder erg dan veel mensen denken. Straling is een ‘slechte’ kankerverwekker. We hebben in Nederland een kans van 30% dat we overlijden aan kanker. Nederlanders die na een kernramp blootgesteld worden aan tienmaal meer straling dan de burgers in Fukushima, hebben een kans van 31% dat ze overlijden aan kanker.

Ook is er onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van maatregelen die we nemen bij kernongevallen. De evacués uit Fukushima leven gemiddeld een paar maanden langer, door de straling die ze hebben vermeden. Maar als ze bijvoorbeeld in Tokio zijn gaan wonen, leven ze weer gemiddeld een paar maanden korter door de luchtvervuiling daar.”

Bij de dreiging van een kernramp, wordt er een crisisstructuur geactiveerd. Hoe ziet die structuur eruit?
Machiel: “We hebben in Nederland een nationale en regionale crisisstructuur voor straling en nucleair. Bij een ernstig stralingsongeval wordt de nationale crisisstructuur geactiveerd. Het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn) komt fysiek bij elkaar op het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Ook in de koude fase is er een goede samenwerking tussen het RIVM en de ANVS

Er is nauw contact met het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) en er kan op verschillende niveaus worden overlegd, zoals in de Interdepartementale Commissie Crisisbeheersing (ICCB). De minister van Infrastructuur en Waterstaat is samen met andere ministers verantwoordelijk voor de respons.

Bij een acute crisis kan het belangrijk zijn om snel te handelen. Daarom heeft ook de voorzitter van de veiligheidsregio de bevoegdheid om in de eerste uren maatregelen te nemen, als dat nodig is.”

Aan wat voor maatregelen moet ik dan denken?
“Hij kan mensen oproepen om binnen te blijven. Dit is een maatregel die voor maximaal 48 uur geldt. In veel gevallen is het gevaar daarna geweken omdat de straling vervlogen is.

'De voordelen van een evacuatie wegen niet altijd op tegen de nadelen'

Hij kan ook besluiten om een gebied te evacueren. Het is belangrijk om hier goed over na te denken. Een evacuatie brengt namelijk ook risico’s met zich mee. Tijdens de kernrampen in Tsjernobyl en Fukushima zijn er gebieden geëvacueerd. Er zijn mensen overleden als gevolg van de evacuatie. De voordelen van een evacuatie wegen dus niet altijd op tegen de nadelen van de straling.”

In het Landelijk Crisisplan Straling staat dat communicatie een belangrijk element is tijdens een ernstig stralingsongeval, omdat burgers zich al snel te veel zorgen maken en in paniek kunnen raken. Wat hebben jullie gedaan om dat goed voor te bereiden?
Machiel: “We hebben een toolkit communicatie ontwikkeld. Hierin staan de belangrijkste scenario’s uitgewerkt met de communicatieboodschappen die daarbij horen. Onze crisispartners kunnen deze toolkit gebruiken om zich voor te bereiden op een stralingsongeval.

Tijdens de crisis verzorgen wij de crisiscommunicatie. Daarnaast stellen we ook communicatieboodschappen op voor onze crisispartners van het Rijk en de regio’s. De vragen die gaan over de volksgezondheid, spelen we door aan het RIVM. Zij doen de communicatie over de gezondheidseffecten.

'In de koude fase geven we voorlichting, bijvoorbeeld aan hulpverleners'

Daarnaast geven we in de koude fase, waarin er geen druk is, voorlichting, bijvoorbeeld aan hulpverleners. Bij eerdere kernongevallen rende een deel van de hulpverleners weg uit angst voor de straling. Daarmee ben je nog verder van huis. Daarom hebben we bijvoorbeeld twee weken geleden nog een presentatie gegeven aan de Nationale Politie om uit te leggen wat de werkelijke impact van een ernstig stralingsongeval is.”

De kans dat we ooit te maken krijgen met een ernstig stralingsongeval is klein. Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie toch scherp blijven?
Machiel: “We doen veel aan opleiden, trainen en oefenen. Dat doen we regionaal, landelijk en internationaal. Het afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld nog meegedaan aan een oefening van het Internationale Atoomenergie Agentschap in de Verenigde Emiraten. Ook regionaal oefenen we meerdere keren per jaar.”

Lars: “En soms gebeuren er interessante incidenten die we aangrijpen om ervan te leren. In 2020 woedden er bijvoorbeeld bosbranden in Tsjernobyl. Tijdens deze branden kon er radioactief materiaal vrijkomen dat zich via de lucht zou kunnen verspreiden. Deze branden vormden geen dreiging voor Nederland. Toch hebben we dit incident wel geduid. Zo konden we onze methodes testen en oefenen. Dit heeft zelfs tot een wetenschappelijk artikel geleid.”

Wat zouden jullie willen zeggen tegen veiligheidsregio’s en andere crisispartners die mogelijk met een ernstig stralingsongeval te maken krijgen?
Machiel: “Crisismanagement is netwerkmanagement. Tijdens een crisis heb je geen tijd om het handboek erop na te slaan. Dus: weet wie je partners zijn en welke verantwoordelijkheid zij hebben. Zo kom je samen tot een goede crisisaanpak.”

'Blijf met elkaar in contact'

Lars: “En blijf met elkaar in contact. Tijdens een crisis staan wij continu in contact met de brandweer ter plaatse. Wij maken daar rapporten over die we naar het Crisis Expert Team in Den Haag sturen. Het is soms ingewikkeld om deze rapporten goed te interpreteren. Dus: bel als er iets onduidelijk is. We leggen het graag uit.”

Tot slot, zijn er nieuwe ontwikkelingen waardoor we in de toekomst nog beter in staat zijn om een stralingsongeval te managen?
Mark: “We leren continu en voeren regelmatig verbeteringen door op alle niveaus. Dat geldt voor het voorkomen van een crisis én voor de crisisaanpak na een ongeval. Nu hebben we bijvoorbeeld geleerd van de dreiging uit Oekraïne. Daar trekken we onze lessen uit die we weer toepassen bij een volgende crisis. Zo wordt de bescherming tegen stralingsongevallen ook de komende jaren alleen maar nog verder verbeterd.”

05 juli 2022