Interview

Leonie Leliveld, Diane Houweling en Sjaak de Gouw

Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

Is er psychosociale hulpverlening of een gezondheidsonderzoek nodig na een ramp?

Is het nodig om na een ramp psychosociale hulpverlening in te zetten of een gezondheidsonderzoek uit te voeren? Dit is een vraag die meestal beantwoord wordt door de GGD. Als zij twijfelen óf als zij graag een second opinion willen hebben, dan kunnen zij een onafhankelijk, integraal advies vragen aan het CET PSH GOR. Hoe werkt dit expertteam? En wanneer wordt dit geactiveerd?

De voorloper van het Crisis Expert Team Psychosociale hulpverlening en Gezondheidsonderzoek (CET PSH GOR) bestaat al sinds 2000. “We zijn begonnen als een expertteam van het RIVM”, vertelt Diane Houweling, wetenschappelijk medewerker bij het RIVM en secretaris van het CET PSH GOR. “Om tot breed gedragen en goed onderbouwde adviezen te komen raadpleegden we experts van verschillende organisaties."

De voorloper van het CET PSH GOR heeft bijvoorbeeld advies gegeven na de ramp met de MH17

“Zo hebben we de afgelopen jaren bijvoorbeeld advies gegeven na de ramp met de MH17 en na het tramincident in Utrecht.” De laatste jaren is het expertteam van het RIVM omgevormd tot het Crisis Expert Team Psychosociale hulpverlening en Gezondheidsonderzoek bij rampen en incidenten (CET PSH GOR).

Waarom was het wenselijk om de structuur aan te passen?
Leonie Leliveld, coördinator crisisbeheersing bij het ministerie van Volksgezondheid: “Op basis van het rapport Eenheid in verscheidenheid van de bestuurlijke Werkgroep Bovenregionale Samenwerking is besloten om de adviesstructuur van de landelijke adviesnetwerken te vereenvoudigen en te standaardiseren.

Er is gekozen voor een structuur waarbij de inhoudelijke experts van (kennis)instituten in geval van een (dreigende) crisis samenwerken in een Crisis Expert Team en waarbij het deskundigenadvies niet beïnvloed wordt door beleidsafwegingen. We hebben het CET PSH GOR op dezelfde manier ingericht als bijvoorbeeld het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn) en het Crisis Expert Team milieu en drinkwater (CET-md). Daardoor past het nu beter in de rijkstructuur.

Bovendien hebben we het expertteam toekomstbestendig gemaakt. Voorheen gaven de experts op persoonlijke titel advies. Nu wordt het advies gegeven door de aangesloten organisaties. Ook hebben we de structuur meer geformaliseerd. De procedures zijn nu beter vastgelegd.”

In welke situaties wordt het CET PSH GOR om advies gevraagd?
Diane: “We brengen alleen advies uit op verzoek. Dat verzoek komt meestal van een GGD of van het ministerie van Volksgezondheid. Dat doen zij als zij een integraal en onafhankelijk advies willen over de mentale en/of lichamelijke gezondheidseffecten van een crisis, incident of een sluimerende situatie.”

Sjaak de Gouw, directeur Publieke Gezondheid Hollands Midden: “De bundeling van kennis, ervaring en perspectieven van zoveel organisaties in één team is verrijkend en blijkt grote waarde te hebben voor complexe vraagstukken in de praktijk. Het gezegde 1 + 1 = 3 is op het CET PSH GOR zeker van toepassing.”

Kun je een voorbeeld noemen van een situatie waarbij jullie geadviseerd hebben?
“PFAS in de Westerschelde. GGD Zeeland vroeg ons of we het zinvol vonden om een gezondheidsonderzoek te doen naar PFAS bij de inwoners wonend langs de Westerschelde.

Na een zorgvuldige afweging heeft het CET PSH GOR afgeraden om zo’n onderzoek te doen. Een regionaal gezondheidsonderzoek zou namelijk niet bijdragen aan een betere gezondheidszorg. De PFAS-concentraties in het bloed kunnen niet gekoppeld worden aan de blootstellingsbronnen of aan gezondheidseffecten die op individueel niveau optreden. Ook zullen deze resultaten niet bijdragen aan aanvullende maatregelen om blootstelling of gezondheidseffecten te beperken. Het is al bekend dat de Nederlandse bevolking wordt blootgesteld aan te veel PFAS en dat er nationaal en internationaal beleid nodig is om deze blootstelling te verminderen.

GGD Zeeland heeft het CET PSH GOR gevraagd of het zinvol was om gezondheidsonderzoek te doen naar PFAS bij de inwoners wonend langs de Westerschelde

Onze inschatting was dat de ongerustheid in Zeeland niet minder zou worden door het uitvoeren van een gezondheidsonderzoek rondom de Westerschelde. Mensen blijven met vragen zitten omdat de PFAS-concentraties in het bloed niet gekoppeld kunnen worden aan een bron, een individueel gezondheidseffect of een te nemen maatregel.

We hebben geadviseerd om een regionaal loket in te richten waar mensen terecht kunnen met vragen en zorgen over PFAS en gezondheid. Zo’n loket geeft de mogelijkheid om een beter beeld te krijgen van de vragen en de zorgen die er leven. Op basis daarvan kan er gerichte voorlichting plaatsvinden of kan er ondersteuning geboden worden.”

Jullie geven integrale adviezen, waar veel verschillende experts aan meewerken. Hoe komt zo’n advies tot stand?
“Het ministerie van Volksgezondheid is systeemverantwoordelijke. Het RIVM voert het secretariaat. Het expertteam bestaat uit betrokken experts van de deelnemende kennisinstituten. Dit zijn: ARQ Impact, NIVEL, Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), het RIVM en Slachtofferhulp Nederland.

'We worden steeds vaker ingezet voor sluimerende crises'

Bij een activatie worden de voor die situatie relevante experts bij het CET PSH GOR betrokken. Daarnaast kijken we of het ook nodig is om experts buiten ons eigen expertteam bij de advisering te betrekken. Bij het advies over PFAS hebben we bijvoorbeeld de milieuarts dr. Hilde van de Maele van het Agentschap zorg en gezondheid van de Vlaamse overheid gevraagd om mee te denken. Zij kon de vergelijking maken met de Belgische situatie.”

Het CET PSH GOR is onlangs vernieuwd. Wat hebben jullie gedaan om deze vernieuwde structuur soepel te laten werken?
“We hebben samen met de deelnemende organisaties een handboek en een convenant opgesteld. Bovendien hebben we op 3 april een gezamenlijke oefening gehouden. We merkten dat deze oefening vooral nuttig was omdat er nieuwe organisaties betrokken zijn en er personele wisselingen zijn geweest. De oude kern draaide op ervaring. De oefening was een goede manier om kennis te maken met elkaar en om de nieuwe mensen in te werken.”

Hoe verwachten jullie dat het CET PSH GOR zich de komende jaren ontwikkelt?
“We merken dat we steeds vaker ingezet worden voor sluimerende crises. Je kunt dan denken aan industrie die al jarenlang bepaalde stoffen uitstoot, en waarbij we nu vragen krijgen over het gezondheidseffect daarvan. Ook krijgen we in ons reguliere werk steeds vaker vragen over de psychosociale effecten van langdurig stressvolle situaties. Wellicht dat daarover in de toekomst ook vragen bij het CET PSH GOR terecht komen.”

16 mei 2023