Interview
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 5 min

Van Duin (NIPV) en arts Van Gaal: ‘De impact van extreem weercrises is vaak groter dan we denken’

We kunnen de komende jaren meer en vaker klimaat- en extreem weercrises verwachten. ‘Het is belangrijk om te leren uit de voorbeelden uit het verleden’, zegt Menno van Duin, lector crisisbeheersing bij het NIPV. In een symposium presenteerde hij zijn nieuwe boek en belichtte arts Nora van Gaal de impact van dit type crises op onze gezondheid.

Het NIPV brengt elk jaar het boek ‘Lessen uit crises en mini-crises’ uit. Hierin blikken Menno van Duin en zijn collega Vina Wijkhuijs altijd terug op de crises van het afgelopen jaar. Dit jaar hebben zij een speciale editie uitgebracht over klimaatverandering en extreem weer.

“We hebben in deze editie twaalf klimaatgerelateerde en extreem weercrises samengebracht, zoals de valwind in Leersum uit 2021, het hoogwater in Limburg in 2021 en de duinbrand bij Ouddorp in 2022”, zegt Menno. “Door te leren van dit soort voorbeelden, kunnen we de crises van de toekomst beter aan. Bovendien leren we vaak gemakkelijker van voorbeelden en pakkende casus.”

Het NIPV brengt elk jaar het boek ‘Lessen uit crises en mini-crises’. Dit is een speciale editie over klimaatverandering en extreem weer

Op het NIPV-symposium van woensdag 31 mei deelden verschillende deskundigen hun kennis over klimaat en extreem weercrises. Een van hen is arts medische milieukunde en arts in opleiding tot specialist Maatschappij + Gezondheid Nora van Gaal. “De extreem weercrises waar we nu mee te maken hebben, zijn een direct gevolg van klimaatverandering. We kunnen de klimaatverandering tegengaan of tenminste beperken door als maatschappij andere keuzes te maken. Politici en bedrijven zullen dat eerder doen als de gevolgen van klimaatverandering goed omschreven staan. Het delen van concrete ervaringen van de impact van extreem weercrises in Nederland maakt het tastbaar en werkt urgentie-verhogend.”

Menno, wat viel jullie op toen jullie in het boek deze 12 crises bij elkaar brachten?
“Dat de impact vaak groter is dan we denken én dat het bijzonder is dat deze crises nog nauwelijks onderzocht worden. Er wordt in Nederland veel geëvalueerd en onderzocht. Maar er wordt nog niet op een systematische manier teruggekeken op de aanpak van klimaat- en extreem weercrises.

Er wordt nog niet op een systematische manier teruggekeken op de aanpak van klimaat- en extreem weer-crises

Een van onze aanbevelingen is dan ook dat er een format ontwikkeld wordt voor de evaluatie van dit type crises. Wij gaan dat zelf ook oppakken de komende maanden. Door de aanpak van klimaat en extreem weercrises allemaal op dezelfde manier te evalueren, kunnen we – juist door de mogelijkheid van de vergelijking – er meer van leren.”

Je zegt dat de impact vaak onderschat wordt. Kun je daar een voorbeeld van geven?
“De valwind in Leersum is daar een goed voorbeeld van. Tijdens de valwind in 2021 zijn er enkele 10.000den bomen omgewaaid. Daardoor heeft het dorp een heel ander aanzicht gekregen. Een rondje door het bos is niet meer wat het was.

Ook de storm zelf was impactvol. In minder dan 1 minuut vielen al die bomen om. Dat maakte veel lawaai. Vervolgens hoorden de inwoners urenlang sirenes in het gebied zagen ze overal het geknipper van zwaailichten. Dit bracht bij sommigen, zoals bij oud-militairen, herinneringen boven.

'De impact wordt vaak onderschat'

Bovendien zijn er mensen angstig geworden. Bij een volgende storm zijn ze bang dat dit weer kan gebeuren. En in een deel van het dorp is er frustratie. Zij zien dat er enorm veel aandacht is voor het schadeherstel na het hoogwater in Limburg. De inwoners van Valkenburg krijgen vergoedingen uit de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen. De inwoners van Leersum krijgen dat niet, terwijl zij ook door een natuurramp getroffen zijn. Dat voelt als niet eerlijk.”

Wat zou je uit zo’n crisis in Leersum kunnen leren?
“In de eerste plaats dat het misschien niet wenselijk is om na zo’n ramp met sirenes en zwaailichten naar het gebied te rijden. De ramp had al plaatsgevonden, dus wellicht had het niet zoveel spoed meer.

In de tweede plaats zou het voor de inwoners en de hulpdiensten goed zijn om eerder te weten dat dit weertype eraan komt. Het KNMI is al bezig met het ontwikkelen van een early warning-systeem. Hiermee brengen ze in beeld wat de verwachte impact is van het weer van de komende dagen of uren. Het is belangrijk dat we samen met het KNMI zorgen voor een goede doorvertaling naar een handelingsperspectief, bijvoorbeeld voor de veiligheidsregio’s.”

Wat zijn de gezondheidseffecten van de klimaatverandering en de extreem weercrises in Nederland?
Nora: “We hebben in Nederland de afgelopen 10.000 jaar een stabiel klimaat gehad. Mede daardoor zijn we welvarend en hebben we een hoge gezondheidsstatus opgebouwd. Nu de temperatuur al decennia lang stijgt, komt dat onder druk te staan. We krijgen meer te maken met extreem weercrises, zoals hittegolven, droogte en crises die het gevolg zijn van teveel water.”

Welke concrete gezondheidseffecten heeft dat?
“We krijgen bijvoorbeeld meer te maken met hittegolven. Die hadden we voorheen ook wel in Nederland, maar dat zal vaker en extremer voorkomen. Vorig jaar is twee keer ons nationaal hitteplan geactiveerd. Dat doet het RIVM om kwetsbare groepen te beschermen. Ondanks dit hitteplan kan van het aantal sterfgevallen door hitte in Nederland al 31% worden toegeschreven aan klimaatverandering, dat komt neer op bijna 250 extra sterfgevallen per jaar.”

Doen we voldoende om dit soort effecten te voorkomen?
“Dat denk ik niet. Het hitteplan richt zich op gedragsverandering. Ik denk dat de oplossing ook breder gezocht moet worden, bijvoorbeeld in de ruimtelijke ordening. Stenen en asfalt zorgen voor een hoge temperatuur in onze steden. Door meer te kiezen voor groen, daalt de temperatuur in die omgeving. Een groene tuin zorgt bijvoorbeeld voor een lagere temperatuur in huis.”

Je hebt ook onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van het hoogwater in Limburg. Wat waren je bevindingen?
“Ik heb een inventarisatie gedaan onder diverse zorgverleners en een globaal beeld gekregen dat de directe lichamelijke gezondheidseffecten relatief meevielen. Mensen hebben last gekregen van huidinfecties van bestaande wonden. Ook hadden meer mensen last van hoesten en diarree. En de herstelwerkzaamheden zorgden voor met name rugklachten. Er is in Nederland gelukkig niemand overleden door het hoogwater.

De geïnterviewden gaven aan dat de psychische schade veel groter was. Er zijn mensen die PTSS opgelopen hebben door deze ramp of die bang zijn geworden dat dit nog een keer gaat gebeuren. Ook hebben mensen stress van de schadeafwikkeling. Je ziet dat mensen met een laag inkomen hier meer onder leiden dan mensen met een hoog inkomen. Mensen met een hoog inkomen hebben vaak zelf voldoende geld en connecties om de schade snel te herstellen. Mensen met een laag inkomen moeten wachten op geld van de verzekering of van de overheid. Dat draagt bij aan de psychische schade die met het hoogwater gepaard gaat.”

Kun je dat vergelijken met de psychische klachten die de inwoners van Groningen hebben als gevolg van de aardbevingen?
“Voor mijn gevoel niet. Het hoogwater in Limburg was een acute crisis. Heel Nederland stond klaar om de Limburgers te helpen. Giro 555 werd geopend, koning Willem-Alexander bracht een bezoek aan het getroffen gebied en de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen werd direct geactiveerd. Die betrokkenheid vanuit het hele land heeft de mensen in Limburg goed gedaan. Dat is echt anders dan bij een meer sluimerende crisis, zoals de aardbevingen in Groningen.”

Welke impact had de crisis op de continuïteit van de zorg in het getroffen gebied?
“De impact op de continuïteit van de zorg was uiteindelijk gering, na de evacuatie kreeg iedereen de nodige zorg elders. Het ziekenhuis in Venlo kon alle patiënten overplaatsen naar andere ziekenhuizen in Nederland met behulp van het bestaande Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) vanuit de COVID-19 crisis. Daar kregen patiënten de zorg die ze nodig hadden.

Het verpleeghuis had het geluk dat zij alle cliënten konden overbrengen naar een leegstaande locatie waar alle voorzieningen aanwezig waren. Ook voor de evacuatie van het hospice is een passende oplossing gevonden. Het is wel impactvol geweest dat de huisartsen de eerste dagen niet bereikbaar waren.

Bij zo’n crisis zie je dat er dubbel beroep op gezondheidszorginstellingen gedaan wordt: de zorg van de huidige patiënten moet ondanks aanpassingen en zelfs evacuaties gecontinueerd worden, tegelijkertijd komen er vaak veel extra patiënten bij.”

Wat is – wat jouw betreft - een belangrijke les die we uit deze crisis kunnen leren?
“Dat het bij een dergelijke crisis belangrijk is om meer oog te hebben voor de mensen met een lage sociaal-economische status. Als je nu door Valkenburg loopt, zie je de verschillen nog steeds. De huizen in de rijkere buurten zijn hersteld.

Dit geldt niet voor andere buurten. De mensen die hier wonen zijn vaak niet verzekerd en ze wachten nog op een tegemoetkoming van de overheid. Er zijn veel verschillende regelingen en er is veel verschillende informatie over de tegemoetkoming waar zij recht op hebben. Daardoor is er verwarring, begrijpen mensen niet waar ze recht op hebben en weten zij niet waar ze moeten zijn voor hun tegemoetkoming. Zij hebben dan ook meer last van de stress die met de schadeherstel gepaard gaat.

Kortom, de klimaatverandering en de bijbehorende extreem weer-crises vergroten de bestaande gezondheidsverschillen tussen de verschillende sociaaleconomische klassen. Dus het is extra belangrijk om er bij deze crises te zijn voor de meest kwetsbaren van onze samenleving.”

30 mei 2023