Interview

Michel Dückers

Foto: Gerhard Taatgen

Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

Hoogleraar Dückers: 'Onze crisisaanpak is véél te gefragmenteerd'

“We pakken crisissituaties vaak onvoldoende in samenhang op”, zei bijzonder hoogleraar Michel Dückers tijdens zijn oratie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Daardoor zie je in de nasleep van grote rampen steeds dezelfde problemen ontstaan.” Wat gaat er precies fout? En hoe kunnen we dit in de toekomst beter doen?

“We zijn, in de aanpak van grote rampen, vaak erg gericht op het hier en nu”, zei Michel Dückers, bijzonder hoogleraar crises, veiligheid en gezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) tijdens zijn oratie. “We brengen mensen in veiligheid en zorgen ervoor dat zij onderdak hebben. Daar is ons OTO-programma op gericht en over het algemeen gaat dat goed. De eerste periode hebben we er nog oog voor tot we onze eigen deeltaak afsluiten en over gaan tot de orde van de dag.

Daarna zie je vaak een serie van voorspelbare problemen ontstaan. Dat geldt voor vrijwel alle grote rampen, zoals de vliegramp in de Bijlmer en de vuurwerkramp in Enschede. Die problemen zorgen voor een enorm lange nasleep. Die nasleep lijkt bovendien op de problemen die de hoofdmoot vormen bij sluimerende crises zoals de gaswinningsproblematiek en de toeslagenaffaire.”

Kun je omschrijven welke problemen er vrijwel altijd na een ramp ontstaan?
“De gedupeerden – of we ze nu getroffenen of slachtoffers noemen – lijden schade en verlies. Die schade is vaak veel groter dan je in de eerste instantie zou denken. Het beperkt zich niet tot de directe financiële schade. Mensen raken bijvoorbeeld ook hun vertrouwde woonomgeving kwijt, krijgen relatieproblemen en kunnen de huur niet meer betalen. Dat soort vervolgschade zie je bij vrijwel elke ramp en sluimerende crisis. Daardoor raakt de ramp uiteindelijk mensen persoonlijk in vele aspecten van hun leven.

De schade van een ramp beperkt zich vaak niet tot de directe financiële schade

Het volgende probleem is dat we in Nederland niet goed zijn in het opzetten van een eerlijk en tegelijkertijd menselijk en flexibel systeem om schade in individuele gevallen te herstellen en te compenseren. Schadeherstelprogramma’s gaan in de regel gepaard met een grote administratieve last: instanties, formulieren, controles, wachttijden en onbegrijpelijke processen. Daardoor ervaren getroffenen het schadeherstelprogramma vaak als net zo belastend als de ramp zelf.”

Welke problemen ontstaan er nog meer?
“Gedupeerde burgers missen vaak erkenning. Ze willen gehoord en gezien worden. In de afhandeling van de schade willen ze graag als volwaardige partij behandeld worden. Ook missen ze vaak hoop en perspectief. Ze willen graag het gevoel hebben dat het goed komt en dat lukt niet als schadeherstel, compensatie en de formele last eromheen een kluwen van problemen blijft vormen."

Wat zou een mogelijke oplossing zijn voor deze problemen?
“In de eerste plaats zou het goed zijn als de overheid minder hoge verwachtingen schept. Na een ramp wordt er vaak veel beloofd. De overheid wil graag ruimhartig zijn en wekt de indruk dat het herstel in orde gaat komen, terwijl dat in de praktijk uitermate weerbarstige trajecten zijn. Er heerst aanvankelijk een gevoel van ‘Wir schaffen das’.

Na een ramp wordt er vaak meer beloofd dan dat de overheid kan waarmaken

Dat patroon zie je ook terugkomen in de hulp die burgers zelf geven. In het begin komen mensen grote hoeveelheden spullen brengen. Gedupeerden krijgen vaak veel meer dan ze nodig hebben en er worden zaken ingezameld die niet zinnig zijn. Mensen zijn in deze fase meestal tevreden over de manier waarop ze worden geholpen en gezien.

Later blijkt de praktijk weerbarstig en worden de gemaakte beloftes niet waargemaakt. Getroffenen merken dat anderen doorgaan met hun leven en dat zij hen niet meer zien staan, terwijl de problemen er nog gewoon zijn. Door de gewekte hoge verwachtingen voelt de nafase extra rauw en hard aan.”

Mensen raken vaak verstrikt in het systeem. Hoe zou dat verbeterd kunnen worden?
“Het zou goed zijn als de overheid de problemen van getroffenen meer in samenhang oplost. Getroffenen kampen na een ramp met verschillende deelproblemen. Overheden en instanties hebben de neiging om die problemen gefragmenteerd aan de te vliegen. Maar voor de mensen die het overkomt is alles met elkaar verstrengeld.

'Ik zou terughoudend zijn met het opzetten van nieuwe organisaties'

Het zou dus goed zijn als het onvermijdelijke conglomeraat van overheden, dat groeit terwijl de crisistijdslijn vordert, die problemen integraal aanpakt vanuit het perspectief van de gedupeerde. Die aanpak kan aan de achterkant best door verschillende organisaties worden uitgevoerd. Maar het zou voor de getroffenen fijn zijn als zij aan de voorkant het gevoel hebben dat er één, zich verantwoordelijk opstellende overheid is, die hen hier doorheen helpt.

Ik zou na een ramp dus ook terughoudend zijn met het opzetten van allerlei nieuwe organisaties, want dat maakt het voor getroffenen alleen maar omslachtiger. Voor mensen is het fijner om geholpen te worden door één organisatie die ze al kennen. Bovendien, als het gaat om veiligheid en gezondheid, is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden op gemeentelijk, regionaal, provinciaal en landelijk niveau al ingewikkeld genoeg.”

We hebben de afgelopen jaren met veel grote crises te maken gekregen. Hoe kijk jij daar vanuit jouw expertise tegenaan? En wat betekenen al die crises voor de mensen die de pijn voelen?
“De tijdgeest lijkt inderdaad veranderd. Enkele jaren geleden waren we ons aan het voorbereiden op de ramp die morgen misschien zou komen. Nu voelt het alsof we in een crisissamenleving leven. We creëren crises in taal en in gedrag. Dat betekent dat er altijd een dreiging is, waar we nú iets mee moeten.

Gedupeerden krijgen bovendien met meerdere crises tegelijk te maken. Er zijn bijvoorbeeld mensen die schade hebben aan hun huis door de aardbevingen in Groningen. Door de bouwcrisis kunnen zij die schade niet snel laten herstellen. Vervolgens gaan alle prijzen omhoog door de financiële crisis. Daardoor kunnen zij geen aannemer meer vinden die de schade tegen het vastgestelde bedrag wil herstellen. Daar bovenop krijgen ze ook nog te maken met extra hoge energieprijzen omdat ze vanwege de schade in een slecht geïsoleerd huis wonen.

Gedupeerden krijgen vaak met meerdere crises tegelijk te maken. Ze kunnen de aardbevingsschade bijvoorbeeld niet herstellen vanwege de bouwcrisis en krijgen te maken met hoge energiekosten, omdat ze in een slecht geïsoleerd huis wonen.

Die combinatie van crises maken de oplossing nog complexer. Problemen worden steeds groter. Dat maakt het nog belangrijker om niet te veel te focussen op de oplossingen voor de korte termijn. Het is beter om de crisis in samenhang met elkaar te bekijken en te zoeken naar oplossingen voor de langere termijn.

Tegelijkertijd moeten we ons ook beseffen dat niet alles op te lossen is. De praktijk is vaak weerbarstig. Je ziet dat spanningen oplopen en het gesprek verhardt. We zullen ook moeten accepteren dat het leven niet altijd maakbaar is en dat we elkaar nodig hebben om er samen uit te komen.”

De bijzondere leerstoel crisis, veiligheid en gezondheid aan Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is ingesteld door ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum, het NIPV, het Nivel en het RIVM.

19 november 2022