Interview
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 5 min

IJle Stelstra (IFV / NIPV): ‘We gaan meer samenwerken’

Het IFV gaat het komend jaar een nieuwe koers varen, onder de nieuwe naam Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). Wat gaat er veranderen? En wat gaan de crisispartners en de veiligheidsregio’s daarvan merken? Een interview met de algemeen directeur IJle Stelstra.

Als ik IJle Stelstra half december spreek, is hij druk bezig met het voeren van sollicitatiegesprekken. Het IFV heeft een vernieuwd bestuur. Door de nieuwe opzet van de organisatie is er ook een vernieuwd managementteam. Dit team heeft als opdracht om van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) een gezaghebbend kennisinstituut te maken voor crisisbeheersing en brandweerzorg.

Maar jullie zijn toch al een kennisinstituut. Wat gaat er precies veranderen?
“De focus gaat veranderen. Door de jaren heen zijn we een verzamelhuis van verschillende identiteiten geworden. Om een voorbeeld te noemen: wij zijn verantwoordelijk voor het beheer en de kwaliteitsbewaking van het materieel van de politie, zoals voertuigen, containers en waterwerpers. Natuurlijk is dat belangrijk. Maar we hebben nu bepaald dat dit niet meer tot onze kerntaak behoort.

'Onze focus gaat veranderen'

Onze kerntaak bestaat onder andere uit informatiemanagement, onderzoek en onderwijs. Alle overige activiteiten brengen we onder in een dienstencentrum. Dit dienstencentrum blijft een onderdeel van het NIPV, maar heeft haar eigen governance en sturing waarbij de opdrachtgever een belangrijke rol speelt."

Je noemt informatiemanagement als één van jullie kerntaken. Hoe moet ik dat voor me zien?
“We zien daarin een verbindende rol voor onszelf. Steeds meer crises vinden bovenregionaal plaats. Een goed voorbeeld daarvan is de 112-storing in 2019. Er is dan behoefte aan een bovenregionale uitwisseling van informatie, zowel tussen de veiligheidsregio’s onderling als tussen de veiligheidsregio’s en het Rijk. We willen bij dat soort crises de operatie zeker niet overnemen. Maar we kunnen wel ondersteunen in het verzamelen en verrijken van data, zodat we het juiste beeld kunnen geven.

Om dit handen en voeten te geven, zijn we samen met partners bezig om een ecosysteem te bouwen dat KCR2 heet. Dit doen we samen met partners zoals het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de veiligheidsregio’s, Defensie, de politie, het Ministerie van I&W, de GGD GHOR en het LCPS. Samenwerken heeft de toekomst, zeker in crises: dat hebben corona en andere crises ons geleerd.

Tijdens crises blijkt keer op keer weer hoe belangrijk het is om samen te werken

De toekomst moet uitwijzen op welke thema’s dit de meeste toegevoegde waarde heeft. Voor ons is het belangrijk om onze rol hierin te pakken en hierin te investeren, juist vanuit onze bijdrage aan het versterken van de crisisbeheersing en brandweerzorg. De ontwikkeling van KCR2 zorgt voor een impuls aan crisisbeheersing. Ik verwacht dat dit ook van betekenis gaat zijn voor ons onderwijs, onze data en ons onderzoek.”

Je zegt dat de toekomst moet uitwijzen op welke thema’s dat toegevoegde waarde heeft. Waarom ben je daar zo voorzichtig in?
“Omdat dit iets is dat nog moet groeien. We zitten nu midden in een crisis. Dit is de periode waarin de beste initiatieven ontstaan en waarin we de meeste lessen leren. Het vergt intellectuele acrobatiek om nu – midden in de crisis - te bepalen wat we daarvan willen behouden en wat niet. We zijn dit aan het opbouwen, maar tegelijkertijd moeten we ook nog veel leren en uitzoeken. En het is belangrijk om het samen te doen. Het vergt creativiteit en de inzet van meerdere partijen om dit tot een succes te maken.”

In het evaluatierapport van de Wet veiligheidsregio’s krijgen jullie het advies om op te splitsen, zodat er meer helderheid komt over jullie rol. Wat hebben jullie met dat advies gedaan?
“In het rapport krijgen we het advies om een splitsing te maken tussen het kennisinstituut en de diensten die we leveren. Die splitsing gaan we maken, maar dan wel binnen het NIPV.

We krijgen dus een kenniscentrum en een dienstcentrum die los van elkaar functioneren. Binnen het dienstencentrum gaan we zorgen voor meer transparantie over de diensten die we leveren. Bovendien krijgen de veiligheidsregio’s meer zeggenschap over hóe we het geld gaan besteden.”

Kun je daar een voorbeeld van geven?
“We zorgen altijd voor de operationele tenues voor de brandweer. Volgens de nieuwe werkwijze zijn we dat nu meer in samenspraak met de veiligheidsregio’s gaan doen. Dus we hebben een klantenraad opgericht waarin de veiligheidsregio’s vertegenwoordigd zijn. Zo kunnen zij zelf bepalen hoe wij het geld voor de tenues besteden.

'We willen dit samen opbouwen'

Deze werkwijze gaan we voor meer diensten toepassen. Dat is spannend, zeker als het om grotere thema’s gaat. En het is zeker niet van vandaag op morgen geregeld. We zullen dit stap voor stap moeten opbouwen waarbij we keer op keer laten zien dat het het waard is dat wij die diensten leveren. Dat zal zeker niet altijd meteen goed gaan. Maar als er iets niet goed gaat, dan praten we daarover en dan zorgen we ervoor dat het de volgende keer beter gaat. Zo gaan we dit samen met de veiligheidsregio’s opbouwen.”

Wat gaan de crisispartners, zoals het KNMI en het RIVM, van de nieuwe werkwijze merken?
“Veel crisispartners zijn met dezelfde thema’s bezig als wij. Informatiemanagement is daar een goed voorbeeld van. We trekken daarin zo veel mogelijk samen op. Sommige crisispartners staan van nature al dicht bij ons, zoals het KNMI. Andere crisispartners, zoals de nutsbedrijven, staan nog wat meer op afstand. Ook met hen willen we graag het gesprek aangaan om te onderzoeken op welke thema’s we samen kunnen werken.”

Hoe zie je dat concreet voor je?
“Veel crisispartners hebben nu een eigen lijntje met de verschillende veiligheidsregio’s. Het werkt beter om dat op één punt samen te brengen. Wij zien daar voor onszelf een soort makelaarsdij-functie in. We kennen de veiligheidsregio’s goed. Bovendien hebben veel van onze professionals in een vorige baan voor een veiligheidsregio gewerkt. Wij weten dus hoe de veiligheidsregio’s functioneren en hoe je in dat stelsel nieuwe initiatieven succesvol kunt opbouwen. We willen daar de verbindende factor in zijn.”

Heeft de coronacrisis gezorgd voor een versnelling van dat proces?
“De coronacrisis heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat we op de juiste koers zitten. Het heeft de noodzaak van een goede samenwerking onderstreept. Dat zie je ook in andere kolommen. In de zorg heeft bijvoorbeeld het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) ervoor gezorgd dat we nu altijd precies weten hoeveel IC-bedden er beschikbaar zijn. Zo weten de burgers en bestuurders exact hoe we ervoor staan. Dit geeft inzichten waar ze op kunnen sturen. Iedere kolom heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar het feit dat die landelijke samenwerking ook in andere kolommen zo’n groot succes is geworden, laat wel zien dat ook wij hiermee op de juiste weg zitten.”

Wat kunnen we in het nieuwe jaar concreet van het NIPV verwachten?
“We zijn nu bezig met het samenstellen van het managementteam. Op 7 maart wordt het IFV officieel omgedoopt tot het NIPV. Vervolgens is het aan ons om al onze plannen waar te maken. Dat betekent bijvoorbeeld dat het praktijkonderwijs van de brandweer nog meer gaat aansluiten op de ervaringen uit het veld. En het betekent dat we onze opleidingen crisisbeheersing meer gaan koppelen aan de standaard kwaliteitseisen. Crisisbeheersing is een jong vak waar veel onderzoek naar gedaan wordt. De inzichten veranderen. Vroeger had je bijvoorbeeld sterke leiders nodig. Nu wordt empathisch leiderschap steeds belangrijker. Het is de vraag of dat allemaal trainbaar en leerbaar is. Daar wordt veel onderzoek naar gedaan. We willen dat soort inzichten gebruiken om onze opleidingen te verbeteren.”

Het NIPV krijgt in de toekomst ook een meer publieke functie. Waar gaan we dat in terugzien?
“In de eerste plaats in de rol die we willen pakken in het informatiemanagement. Via die route willen we burgers van betere informatie voorzien.

Daarnaast is het belangrijk dat we toegaan naar een meer veerkrachtige samenleving. We kunnen crises van de toekomst niet meer oplossen met de traditionele hulpdiensten, zoals de brandweer en de politie. We zullen het echt samen met de burgers moeten doen. Dat zie je nu bijvoorbeeld ook tijdens de coronacrisis. Om het virus eronder te krijgen, is het belangrijk dat mensen mondkapjes gaan dragen, zelftesten gaan doen en zich laten vaccineren. We hebben elkaar nodig om deze crisis te bezweren.

Tijdens een crisis heb je vaak ook de inzet van burgers nodig. Hoe krijg je hen mee?

Tegelijkertijd zie je ook groeperingen ontstaan van mensen die geen mondkapjes willen dragen en zich niet willen laten testen. Hoe bereik je die mensen? En hoe zorg je ervoor dat je de crisis met elkaar oplost? Dit is een onderwerp waar nog veel onderzoek naar gedaan zal moeten worden. De nieuwe inzichten moeten zich vervolgens vertalen naar het onderwijs. Ik verwacht dat we daar, als NIPV, een belangrijke rol in kunnen gaan spelen.”

Tot slot, ik zou het interessant vinden om je over een jaar nog een keer te interviewen. Wat zullen dan de wezenlijke verschillen zijn met nu?
“Dan kan ik je enkele mooie voorbeelden laten zien van samenwerkingsvormen die dat jaar zijn ontstaan. Dat kan op allerlei thema’s zijn. We hebben bijvoorbeeld dit jaar besloten om samen met de Universiteit Groningen en het RIVM de leerstoel ‘Crisis, veiligheid en gezondheid’ aan de Universiteit van Groningen te financieren. Dat is echt een mooi initiatief waarin we samen optrekken. Volgend jaar kan ik je meer van dit soort voorbeelden laten zien, ook op andere thema’s, waarin we de kracht van de samenwerking hebben gevonden.”

22 december 2021