Actueel
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 2 min

Evaluatiecommissie: ‘Veiligheidsregio’s kunnen beter samenwerken’

“Zorg dat veiligheidsregio’s onderling en met andere partijen beter inhoudelijk gaan samenwerken.” Dit is het belangrijkste advies uit het eindrapport van de Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s. Welke adviezen heeft de commissie nog meer? Een interview met voorzitter Erwin Muller.

De Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s bracht op 4 december haar eindrapport uit en overhandigde dit aan de minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus.

In dit rapport staat dat het huidige systeem goed functioneert bij lokale en regionale incidenten en branden. “Maar zodra een crisis bovenregionaal of landelijk wordt, gaat er veel mis”, zegt voorzitter Erwin Muller. “Elke veiligheidsregio gaat dan zelf in zijn eigen regio de crisis bezweren. Soms vindt er onderlinge afstemming plaats, soms ook niet. Dit gaat onder andere fout omdat dit niet goed is geregeld in de huidige wet.”

Op welke onderwerpen zie je kansen voor verbeteringen?
“De risicoanalyse bijvoorbeeld. We zien dat de risicoanalyse in de huidige wet nog onderbelicht is. Ons advies is dat elke veiligheidsregio zelf een goede risicoanalyse maakt en dat zij vervolgens samen op basis van de risico’s op zoek gaan naar partners, waarmee ze zich kunnen voorbereiden.

De evaluatiecommissie met van links naar rechts: Magda Berndsen, Erwin Muller, Paul Verlaan, Beatrice de Graaf, Bernt Schneiders en Nathalie Kramers

Om een voorbeeld te noemen: om je voor te bereiden op schaarste heb je misschien een samenwerking nodig met een drinkwaterbedrijf. Ons advies is om daarin samen op te trekken. Dit betekent dat de veiligheidsregio’s niet ieder apart afspraken maken met het drinkwaterbedrijf in een bepaald gebied, maar dat ze dit gezamenlijk doen.”

Sommige risico’s, zoals cybersecurity, spelen in alle regio’s. Is het praktisch wel verstandig als alle 25 veiligheidsregio’s daarin samen optrekken?
“Jazeker. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat één of twee veiligheidsregio’s daarin een voortrekkersrol spelen en dat zij de andere regio’s daarin meenemen. Het gaat er vooral om dat je samen goede afspraken maakt met crisispartners, zoals met het waterschap of Defensie.”

In jullie advies staat dat ook de herstelfase nog onderbelicht is. Wat bedoel je daarmee?
“De nafase is een belangrijk onderdeel van een crisis. Na een crisis moet er vaak nog veel geregeld worden. Slachtoffers hebben bijvoorbeeld recht op een schadevergoeding of de schade moet worden hersteld. In de wet is nu niet goed geregeld wie daar over gaat.

Na een crisis of ramp moet er vaak nog veel geregeld worden. In de wet is niet goed geregeld wie daar over gaat.

De ene keer pakt de gemeente dit op, de andere keer de politie. Wij adviseren dat de veiligheidsregio’s hier een belangrijke rol in gaan spelen en dat zij daarvoor de samenwerking zoeken met andere partijen, bijvoorbeeld op het gebied van juridisch advies en aansprakelijkheid.”

In het advies staat dat een separate GHOR niet meer nodig is. Dit is hard aangekomen bij de GHOR’s die nu veelal goed functioneren. Hoe bedoel je dat?
“Die zin heeft inderdaad voor veel misverstanden gezorgd. In de evaluatie hebben we niet gekeken of de GHOR’s wel of niet goed functioneren. We hebben vooral gekeken naar de structuur van de wet. De GHOR-functie is cruciaal om de activiteiten van de geneeskundige hulpverlening te coördineren voor, tijdens en na incidenten en crises.

Deze GHOR-functie moet een integraal onderdeel zijn van de veiligheidsregio, maar naar ons oordeel is daar geen aparte organisatie voor noodzakelijk. De crisisbeheersing door de veiligheidsregio moet vormkrijgen zoals de GHOR-functie namelijk door met alle relevante crisispartners afspraken te maken voor alle fases van een crisis.”

In het advies staat dat jullie pleiten voor een goede informatievoorziening. Wat mis je daarin op dit moment?
“Veiligheidsregio’s weten heel goed hoe ze moeten communiceren bij acute problemen. Maar om voorbereid te zijn op grotere, complexere crises is het ook belangrijk om voor en na een crisis meer informatie breder en ruimer te delen.”

Jullie pleiten voor een onafhankelijk opleidings- en kennisinstituut. Hoe zien jullie dat?
“Opleiden en kennis delen is de verantwoordelijkheid van het IFV. We zien bij het IFV dat de ondersteuning en het opleidings- en kennisdeel erg door elkaar heen lopen. Wij adviseren om die twee elementen los te koppelen, zodat zij beter in staat zijn om aan te sluiten bij de wensen die bij de veiligheidsregio’s leven en de noodzakelijke onafhankelijkheid.”

Hoe hoop en verwacht je dat de veiligheidsregio’s zich de komende jaren ontwikkelen?
“Ik hoop dat zij de komende jaren werken aan een betere, inhoudelijke samenwerking tussen de veiligheidsregio’s onderling, tussen de veiligheidsregio’s en het rijk en tussen de veiligheidsregio’s en de aangrenzende landen zoals België en Duitsland.

'Veiligheidsregio's kunnen nu al met dit advies aan de slag'

Ze hoeven daarmee niet te wachten tot de nieuwe wet over een jaar of twee is goedgekeurd. Ze kunnen hier nu al mee aan de slag gaan. En ik verwacht ook dat ze dat zullen doen. Ons advies is namelijk mede geschreven op basis van de ideeën die we van de veiligheidsregio’s en allerlei andere organisaties hebben gekregen. De verwachting is dat de nieuwe wet in grote lijnen gebaseerd wordt op dit advies. Door daar nu al op in te spelen zijn veiligheidsregio’s sneller klaar voor de toekomst.”

23 december 2020