Reportage
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 6 min

7 Nederlandse bedrijven sluiten zich aan bij ICA

7 Nederlandse bedrijven hebben zich op 15 januari aangesloten bij de Infra Capacity Alliance (ICA). In dit samenwerkingsverband willen zij zich samen met de overheid inzetten om Nederland weerbaarder te maken tegen crises. Wie zijn de drijvende krachten achter ICA? En wat beweegt hen? We gingen langs tijdens het tekenmoment.

Het is druk op de stand van ICA tijdens de beurs InfraTech 2025 op 15 januari in Ahoy. Verschillende ondernemers hebben zich verzameld om de nieuwe ICA-partners officieel te verwelkomen. “Ondernemers die zich bij ons willen aansluiten kunnen eerst een jaar aspirant partner worden”, zegt Jan Pol, grondlegger en aanjager van ICA. “Ze kunnen dan meedraaien en ervaren hoe we werken. Na een jaar kunnen zij ervoor kiezen om volwaardig partner te worden.” Zeven bedrijven hebben besloten om zo’n stap te zetten. Op de beurs tekenen de bedrijven CNTRL, Waterschot en Van de Beeten voor een aspirant partnership. Losberger De Boer, Backbone International, Safe City Solutions en Combifloat treden toe als partners.

Whole of Society
De plechtigheid begint met een presentatie van Bob Barkel, CEO bij Janson Bridging. Hij wijst op verschillende veiligheidsrapporten die in 2024 verschenen zijn. In al die rapporten wordt er gepleit voor de Whole of Society-aanpak. Dit is een aanpak waarbij de overheid, het bedrijfsleven en de burgers zich gezamenlijk inzetten om Nederland weerbaar te maken en om ons land goed voor te bereiden op de volgende crisis.

ICA verwelkomt haar nieuwe partners tijdens een bijeenkomst op de beurs InfraTech 2025

“We hebben als bedrijfsleven een maatschappelijke verantwoordelijkheid en die willen we graag nemen", zegt hij. "Maar we kunnen dat alleen doen als we ons samen met de overheid, in een co-creatie, voorbereiden. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat we tijdens een crisis beter in staat zijn om de mensen, middelen en oplossingen te bieden die op dat moment zo hard nodig zijn.”

Elkaar vertrouwen
Ook Jan Pol neemt het woord. Hij blikt kort terug op het ontstaan van ICA op 30 oktober 2020. Hij zat toen met vijf CEO’s om de tafel. “Zij hadden gemerkt dat de manier waarop de overheid en het bedrijfsleven tijdens een crisis met elkaar omgaan niet langer houdbaar is. Het is beter om in een eco-systeem met elkaar samen te werken. Vanuit die gedachte is ICA ontstaan.

"Je kunt alleen op een goede manier met elkaar samenwerken als je elkaar vertrouwt", zegt Jan Pol

Deze nieuwe manier van werken vraagt wel iets, zowel van publieke als van private partijen. Je kunt dit alleen doen als je elkaar vertrouwt. We hebben de afgelopen jaren veel gesprekken gevoerd en gewerkt aan het opbouwen van dat vertrouwen. Dat kost tijd en wat mij betreft zou het ietsie sneller mogen, want de crisis wacht niet. Maar ik ben ook blij met de vooruitgang die we boeken. We zitten inmiddels aan tafel bij onder andere enkele waterschappen, veiligheidsregio’s en ministeries, om onze ambities te duiden, scenario’s door te spreken en de behoeften in kaart te brengen. Er moet nog veel gebeuren, maar dit is al een begin.”

Pionieren
Een van de bedrijven die al vanaf het eerste uur meedoet is Bredenoord. “We zien dat de overheid ons nodig heeft tijdens een crisis, en we hebben de kennis en middelen in huis om te helpen”, zegt Niels Sprenger van Bredenoord. “Door ons samen met de overheid voor te bereiden, kunnen we tijdens een crisis meer voor hen betekenen.”

Partners, aspirant-partners en geïnteresseerden luisteren naar de toespraken

Niels vertelt dat het die eerste jaren best wel pionieren is geweest. “Jan is namens ICA het gesprek met de overheid aangegaan. Keer op keer kwam hij bij ons terug om advies in te winnen, expertise op te halen of om samen te brainstormen over de beste oplossingen. Die gesprekken hebben er nu al toe geleid dat de overheid en het bedrijfsleven elkaar beter begrijpen. Ook merk ik dat we naamsbekendheid hebben opgebouwd. We staan nu echt op de radar bij de instanties die tijdens een crisis aan zet zijn.”

Veel zaaien
Robbert de Boer van het bedrijf MTD Water heeft een vergelijkbare ervaring. “We hebben in het begin veel moeten zaaien om onze ideeën over te brengen. Ik merk nu dat we er steeds beter in slagen om met de juiste personen in contact te komen. Daardoor kunnen we onze werkwijzen steeds beter op elkaar afstemmen.”

Robbert zegt dat dit nu al tot goede inzichten heeft geleid. “We hebben gemerkt dat de overheid soms te gemakkelijk of juist te moeilijk denkt over de inzet van het bedrijfsleven. Ik kan daar wel een voorbeeld van geven. We hebben een sessie gehad waarin de overheid opvang nodig had voor 300 mensen. Zij gingen dat opsplitsen in specifieke middelen, zoals bedden, dekens, etc. Maar als gezamenlijke bedrijven hebben wij ervaring in het opvangen van mensen, dus wij weten wat er nodig is. Het is dus beter om de vraag breder te stellen. Dat geeft ons bovendien meer ruimte om met een goede totaaloplossing te komen. Dit soort inzichten krijg je alleen als je met elkaar samenwerkt en elkaar steeds beter leert kennen.”

Scenario’s
Een van de bedrijven die zich nu aansluit is Waterschot. Dit bedrijf levert nooddijken die sneller te plaatsen zijn dan zandzakken. Ondernemer Dirk-Jan heeft zich bij ICA aangesloten omdat hij gelooft in de kracht van de samenwerking. “Bij een grote overstroming heeft de overheid veel meer nodig dan alleen nooddijken. Zij hebben bijvoorbeeld ook tenten, bedden en noodstroom nodig. Als samenwerkende bedrijven kunnen we al die middelen leveren.”

Dirk-Jan hoopt dat de overheid en ICA de komende jaren meer stappen gaan zetten om zich gezamenlijk voor te bereiden op een crisis. “Ik merk nu dat er vaak reactief gehandeld wordt. Het zou mooi zijn om aan de voorkant samen met de overheid de scenario’s door te spreken. Dus: welke middelen heeft de overheid zelf in huis? En voor welke risico’s hebben zij tijdens een crisis flexibel inzetbaar materieel nodig? Als we erin slagen om daar vooraf goede afspraken over te maken, kunnen we ons daar als bedrijf beter op voorbereiden.” Dirk-Jan vindt het bovendien krachtig dat ICA met alle overheden samen wil werken. “Tijdens een grote overstroming hebben veel verschillende overheden tegelijk extra nooddijken nodig. Het zou mooi zijn als ICA erin slaagt om met een centrale overheid samen te werken, zodat onze nooddijken tijdens een crisis ingezet worden in het gebied dat dat het hardste nodig heeft.”

'Ik hoop dat ICA rust brengt in de samenwerking'

Ook Marc Westerwaal van Losberger De Boer sluit zich nu aan bij ICA. Losberger De Boer levert noodlocaties. Marc hoopt vooral dat ICA rust brengt in de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven. “Tijdens een crisis is er vaak veel druk bij de overheid. Overheidsfunctionarissen gaan verschillende bedrijven bellen die ze kennen. Dat kost tijd en is niet efficiënt. Binnen ICA werken alle bedrijven die een bijdrage kunnen leveren samen. Daardoor kunnen we sneller acteren.”

Eén orkest
Bob Barkel van Janson Bridging gebruikt muziek als analogie voor de publiek private samenwerking. “De overheid speelt klassieke muziek terwijl het bedrijfsleven jazz speelt. Beiden streven we hetzelfde doel na, de uitdaging is om gezamenlijk dezelfde partituur in gelijke toonsoort en maat te spelen. Door informatie te delen en te oefenen, leren we elkaar beter kennen, begrijpen we elkaars capaciteiten en groeit het wederzijds vertrouwen. Hierdoor ontstaat een duurzame samenwerking met als uiteindelijk doel een ‘Whole of Society’ situatie waarbij we als samenleving adequaat kunnen reageren op crises en weerbaar zijn.”

Bob Barkel vergelijkt de publiek private samenwerking met samen spelen in één orkest

Jan Pol vertelt dat het de eerste jaren voelde als duwen aan een stuk touw. “We merken dat bedrijven zich graag bij ICA aansluiten. Dus daar ligt het niet aan. De overheid is wat terughoudender. We merken dat daar nu een kanteling in gekomen is. Wellicht heeft dat iets te maken met de toegenomen dreigingen, zoals de geopolitieke situatie, de oorlog in Oekraïne en de gevolgen van de klimaatverandering. We hebben bijvoorbeeld al een goed contact met Ton Heerts voorzitter van de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, Paul Gelton van het NIPV en Luc Dietz van het LOCC-KCR2.”

Doorpakken
Jan zegt dat het nu tijd is om door te pakken. Toch kan hij niet zeggen wat de stip op de horizon is en hoe de samenwerking tussen ICA en het bedrijfsleven er idealiter uit zal zien. “Dat is een reis die we samen maken. Ik weet wel dat de mogelijkheden oneindig groot zijn. Als gezamenlijke bedrijven hebben wij nu al meer dan 10.000 medewerkers. Het zou toch fantastisch zijn als we doorgroeien, doordat meer bedrijven zich aansluiten, naar 250.000 medewerkers. Dat is gigantisch veel. Een groot gedeelte van die medewerkers is misschien wel bereid om tijdens een crisis een bijdrage te leveren. We kunnen hen laten opleiden tot militaire of civiele reservist.

Jan Pol vindt dat het nu tijd is om door te pakken

Ook zien we dat overheden tijdens een crisis plotseling veel van ons vragen. Maar zij zien dit zelf al eerder aankomen. Als zij ons zo vroeg mogelijk betrekken bij dat proces, kunnen wij samen besluiten dat wij ons reguliere werk alvast afschalen. We doen dat dan op basis van een vooraf afgesproken taakstelling en een scenario dat vooraf beoefend is. In België gebeurt dat al. De Belgische krijgsmacht heeft met Janson Bridging een beschikbaarheidsovereenkomst. Dit betekent dat Janson Bridging als stakeholder meedenkt in de planvorming en dat zij 3 tot 4 keer per jaar mee-oefent. Daardoor kunnen zij garanderen dat zij tijdens een crisis binnen een afgesproken responstijd noodbruggen kunnen leveren. Dit soort samenwerkingsverbanden zorgen ervoor dat de overheid zelf minder materieel hoeft aan te schaffen.”

Actie
Jan stelt het nog wat scherper. Hij zegt dat het onmogelijk is om je gezamenlijk goed voor te bereiden, als je aan de voorkant niet met elkaar meedenkt. “We merken nu bijvoorbeeld dat grootschalige energie-uitval hoog op de agenda staat in Nederland. Verschillende organisaties zoals veiligheidsregio’s, waterschappen en het NIPV vragen aan ons hoeveel capaciteit we beschikbaar hebben en wat we voor hen zouden kunnen betekenen tijdens een crisis. Het eerlijke antwoord is dat we geen idee hebben. We moeten dan bepalen wat we beschikbaar hebben. Dat is natuurlijk geen fundament voor een degelijk landelijk crisisplan.”

Jan zegt dat het nu tijd is voor actie en voor de concretisering van de ideeën. “De crisis wacht niet op ons. En natuurlijk, als er morgen een crisis uitbreekt, zullen we als gezamenlijke bedrijven alles op alles zetten om de overheid zo goed mogelijk te helpen. Maar als we aan de voorkant afspraken maken, kunnen we tijdens een crisis echt veel meer voor de samenleving betekenen.” Op dit moment is het voor de overheid nog niet toegestaan om dit soort afspraken met het bedrijfsleven te maken. ‘Maar nodig is het wel en daar vinden we vast een oplossing voor’, schreef Luc Dietz, hoofd LOCC-KCR2, in januari in een LinkedIn-post. “Ik merk dat steeds meer kartrekkers binnen de overheid er zo over denken”, zegt Jan. “En dat is mooi, want dat betekent dat we de komende jaren goede stappen vooruit kunnen zetten.”

07 maart 2025