Interview

Crisismanager Marian Booltink en dijkgraaf Jeroen Haan (links) samen met Shanna Wemmers en Arnout de Vries van TNO

Crisismanager Marian Booltink en dijkgraaf Jeroen Haan (links) samen met Shanna Wemmers en Arnout de Vries van TNO

Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

Handboek ‘Eerste hulp bij watercrisis’ geeft tips en ideeën

Burgers, boeren en bedrijven helpen graag bij een watercrisis. Hoe leid je die hulp in goede banen? TNO maakte samen met de hoogheemraadschappen De Stichtse Rijnlanden en Hollands Noorderkwartier het handboek ‘Eerste hulp bij watercrisis’. “We willen hiermee tips en ideeën geven.”

Het idee voor een handboek ontstond na het hoogwater in Limburg in 2021. “Ik schrok van de grootte van die crisis”, vertelt Marian Booltink, crisismanager bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. “Door de klimaatverandering krijgen we vaker met dit soort extreme buien te maken. Dus zo’n extreem grote crisis kan ons allemaal overkomen.”

Marian las in de evaluaties dat veel burgers, boeren en bedrijven graag wilden helpen. Ze wisten alleen niet altijd hoe. “Dat was de aanleiding om contact te zoeken met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en samen na te denken over een oplossing. We zagen dat TNO samen met de veiligheidsregio Groningen het handboek ‘Eerste hulp bij crisis’ had gemaakt. Daarom hebben we besloten om vanuit het samenwerkingsverband FlashFloodBreaker en samen met TNO een handboek te maken voor eerste hulp bij watercrisis.

Het handboek ‘Eerste hulp bij crisis’ was dus een belangrijke inspiratiebron. Wat waren de goede elementen die jullie zeker terug wilde laten komen in het handboek ‘Eerste hulp bij watercrisis’?
“In de eerste plaats de vormgeving. ‘Eerste hulp bij crisis’ is geen dik naslagwerk. Het is mooi visueel vormgegeven. Het geeft op een toegankelijke manier inspiratie en ideeën.”

“Ook zijn we er in het eerste handboek in geslaagd om de informatie zo concreet mogelijk te maken”, zegt Arnout de Vries, onderzoeker maatschappelijke veiligheid bij TNO. “We vonden het belangrijk om dat in dit handboek ook te doen.”

Waar hebben jullie de informatie vandaan gehaald?
Arnout: “We hebben ons verdiept in de literatuur. Daarnaast hebben we interviews en workshops gehouden met stakeholders zoals Defensie, ICA en burgerinitiatieven. We hebben bijvoorbeeld met het Rode Kruis gesproken over de inzet van hun vrijwilligersorganisatie Ready to Help.

Marian: “Ook hebben we gemerkt dat bedrijven graag helpen tijdens een crisis. Daar hebben we over gesproken met ICA. Dit is een samenwerkingsverband van bedrijven die graag een bijdrage leveren tijdens een crisis.”

“Toen we hiermee bezig waren, kwamen er ook verrassende initiatieven op ons pad”, zegt Shanna Wemmers, consultant bij TNO. “We kwamen er bijvoorbeeld achter dat evenementenorganisaties veel ervaring hebben met de inzet van groepen vrijwilligers. We hebben bij het maken van het handboek gebruik gemaakt van hun expertise.”

Arnout: “Ook kwamen we erachter dat er al geoefend wordt met vrijwilligersorganisaties. Rijkswaterstaat heeft in november zo’n oefening gehouden op de Waddeneilanden. Dit heeft waardevolle lessen opgeleverd, waarmee we het handboek nog concreter en praktischer konden maken.”

Wat is het belangrijkste verschil tussen het handboek ‘Eerste hulp bij crisis’ en ‘Eerste hulp bij watercrisis’?
Arnout: “Het eerste handboek is wat algemener. Waterbeheerders hebben natuurlijk meer specifieke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Ook de risico’s en de mogelijkheden zijn anders, omdat je in en om het water werkt.

Ondanks die verschillen hebben we wel dezelfde structuur aangehouden. Sommige thema’s zijn wat uitgebreider, zoals het hoofdstuk over ‘Materiaal en materieel'. Tijdens een watercrisis heb je namelijk al snel met veel materiaal te maken.”

In het handboek staat bijvoorbeeld een instructie over het leggen van zandzakken

Marian: “We zien in de praktijk dat mensen duidelijke instructies nodig hebben voordat ze voor ons aan de slag gaan. We werken bijvoorbeeld met erg scherpe materialen. Het is niet wenselijk dat vrijwilligers hiermee werken. Ook is het vrijwel altijd belangrijk om beschermende middelen te dragen, zoals handschoenen. En soms komt er best veel kijken bij een activiteit, zoals het leggen van zandzakken. We hebben in het handboek een instructie opgenomen waarin wordt uitgelegd hoe je dat op een goede manier doet.”

Kun je nog een ander belangrijk element van het handboek noemen?
Shanna: “Ja, de hoofdstukken over veiligheid en aansprakelijkheid. In deze hoofdstukken leggen we in grote lijnen uit wat de belangrijke aandachtspunten zijn rondom veiligheid en aansprakelijkheid bij de inzet van vrijwilligers. We verwijzen hierin naar het NIPV-document ‘Aansprakelijkheid bij burgerhulpverlening’, waar dit onderwerp nog verder uitgediept is.”

Hoe hopen jullie dat het handboek ingezet gaat worden?
Marian: “Het handboek is vooral bedoeld ter inspiratie. Het is voor waterbeheerders bijvoorbeeld handig om afspraken te maken met organisaties die vrijwilligers kunnen leveren, zoals Het Rode Kruis. In het handboek staat overzichtelijk omschreven waarvoor je hen in kunt zetten en waar je op kunt letten bij het maken van afspraken.

Waterschappen kunnen afspraken maken met organisaties die vrijwilligers kunnen leveren, zoals Ready2Help van Het Rode Kruis

Ook kan het handboek helpen bij het selecteren van de juiste vrijwilligers. Helpen bij een watercrisis is vaak fysiek zwaar werk. Als mensen weten wat het werk inhoudt, kunnen ze voor zichzelf bepalen of zij hier geschikt voor zijn.”

Hoe gaat de inzet van burgers, boeren en bedrijven er tijdens een crisis uitzien? Hoe lopen de lijnen dan?
Marian: “Dat kan op verschillende manieren. Burgers kunnen zich bijvoorbeeld aanmelden bij een vrijwilligersorganisatie, zoals Ready2Help van Het Rode Kruis. Veel waterschappen hebben met Het Rode Kruis afgesproken dat zij vrijwilligers leveren tijdens een crisis. Dit wil zeggen dat het waterschap Het Rode Kruis als aanspreekpunt heeft. Het Rode Kruis coördineert de inzet van de mensen.

Waterbeheerders kunnen met andere organisaties vergelijkbare afspraken maken. Wij hebben met ons waterschap bijvoorbeeld in november een grote oefening gepland staan met Defensie. In deze oefening trainen wij de militairen van Defensie, zodat zij de burgers ter plaatse de juiste instructies kunnen geven.

Boeren helpen graag, bijvoorbeeld met het wegpompen van water

Ook boeren willen vaak graag helpen. In 2021 zagen we dat de Limburgse boeren in de maand voor de watercrisis al begonnen met het wegpompen van overtollig water van hun land. Daarmee beschermden zij hun eigen grond, maar zorgden zij voor problemen in andere gebieden. Door betere afspraken met hen te maken, kunnen we hun hulp efficiënter inzetten.”

Crisisorganisaties ontwikkelen zich. Ontwikkelt het handboek zich daarin mee?
Arnout: “Jazeker. Het handboek is nooit af. We gaan dat de komende jaren verder doorontwikkelen.

Bovendien hebben mensen verschillende manieren van leren. Daarom hebben we in het handboek QR-codes opgenomen naar online filmpjes. Ook fysiek oefenen is een goede manier om een werkwijze aan te leren.”

Wat verwachten jullie dat de hulp van burgers, boeren en bedrijven uiteindelijk oplevert?
Marian: “Een watercrisis geeft altijd schade aan de omgeving. Door te helpen kunnen zij de schade in hun eigen leefomgeving beperken.”

Arnout: “Bovendien weten we uit onderzoek dat mensen die een bijdrage leveren tijdens een crisis zich daarna bewuster zijn van de risico’s. Ze zorgen ervoor dat ze zelf beter voorbereid zijn én ze weten beter wat ze kunnen doen als een crisis hen overkomt.”

'Burgerhulp zorgt ook voor een betere bewustwording'

Marian: “We hopen dat die bewustwording er ook voor zorgt dat mensen de oren en ogen van hun omgeving worden. De politie heeft nu een campagne waarin ze burgers oproepen om alert te zijn op criminele activiteiten in hun woonwijk. Mensen zien vaak veel. Het zou mooi zijn als zij zich zo betrokken voelen bij de bescherming tegen het water, dat ze ons gaan bellen als ze iets verdachts zien, bijvoorbeeld bij een van onze gemalen.”

05 februari 2025