Interview

V.l.n.r. Mark van Elzakker, Richard Janssen, Herman van Temmen en Nicole Maes

Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 7 min

Vluchten uit Afghanistan: ‘Sommigen vielen ons bijna huilend in de armen’

De Nederlandse overheid heeft het afgelopen jaar zo’n 4100 mensen in totaal uit Afghanistan naar Nederland gehaald, 1860 in augustus 2021 en de rest in de maanden daarna. Ongeveer de helft van hen had geen paspoort. Hoe selecteer je de mensen die recht hebben op een vlucht naar Nederland? En hoe zorg je voor een warm welkom? Een interview met het ministerie van Buitenlandse Zaken, de IND, het LOCC en de gemeente Eindhoven.

Ten tijde van het interview zijn de overbrengingen van mensen uit Afghanistan nog in volle gang. “Morgen komt de 5e chartervlucht aan”, vertelt Nicole Maes, plaatsvervangend directeur van het Afghanistan Overbrengingsproject bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. “Dit is voorlopig de laatste chartervlucht. Daarna zitten er nog een paar honderd mensen in Afghanistan die recht hebben op overbrenging naar Nederland. Dat zijn de ingewikkelde gevallen. Als het hen lukt om naar Pakistan of Iran te reizen, dan kunnen we ook hen naar Nederland halen. Dat gaat dan gewoon met een lijnvlucht.”

We zitten dus in de staart van een operatie die meer dan een jaar geduurd heeft. Hoe is dit het afgelopen jaar gegaan?
Mark van Elzakker, hoofd van het grenskantoor van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) op de luchthaven Schiphol: “Op 15 augustus 2021 viel Kaboel. Dat was de acute fase van de crisis. We zijn toen dag en nacht bezig geweest om mensen naar Nederland te halen. Dat ging eerst via Nederlandse defensie- en chartervluchten op Schiphol. Toen dat niet meer lukte, kwamen er alternatieven met commerciële vluchten vanuit Islamabad en Teheran via Doha en Istanboel.”

Richard Janssen, adviseur crisisbeheersing bij het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC): “In die acute fase van de crisis hebben we gebruik gemaakt van het ‘Handboek opvang evacués uit het buitenland in Nederland’ van het NCTV. Daarin stonden de processen goed omschreven. Maar elke crisis is anders en vraagt om maatwerk. Nu ging het namelijk niet om evacués, maar vooral om Afghanen die recht hebben op een verblijf in Nederland. We hebben de processen aangepast, zodat ze bij deze situatie passen.”

De projectorganisatie heeft 53 overbrengingen gehad waarmee ruim 2500 mensen naar Nederland zijn overgebracht

Nicole: “Eind augustus was de acute fase van de crisis voorbij. We hebben de crisisorganisatie toen over laten gaan in een projectorganisatie. Vervolgens is het proces continu doorgegaan. We hebben grote groepen en individuele personen of gezinnen naar Nederland gehaald. In zijn totaliteit hebben we met deze projectorganisatie 53 overbrengingen gehad waarmee we inmiddels ruim 2500 mensen naar Nederland hebben overgebracht.”

Jullie helpen mensen die in Afghanistan gevaar lopen, omdat ze voor een Nederlandse organisatie hebben gewerkt. Zij kunnen natuurlijk niet in Afghanistan op een vliegtuig stappen. Hoe komen zij dan naar Nederland?
“De mensen gaan zelf Afghanistan uit naar een buurland. Vanuit daar regelt de Nederlandse ambassade ter plekke hun doorreis naar Nederland. In het begin reisden veel mensen van Kabul naar Doha en Islamabad, waar zij met behulp van de Nederlandse ambassade daar naar Nederland reisden. Daarna hebben we ook de routes via Iran veelvuldig gebruikt.

De meeste landen laten alleen mensen toe die over een paspoort en een visum beschikken

Het lastige is dat landen mensen natuurlijk alleen toelaten als ze over een paspoort en een visum beschikken. Alleen Pakistan heeft daar in het afgelopen jaar een paar keer een uitzondering op gemaakt. We hebben deze mensen bij de grens op laten halen, opgevangen in Islamabad, van de benodigde documenten voorzien en naar het vliegveld gebracht voor een vlucht naar Nederland.”

Hoe komt het dat zoveel mensen in Afghanistan geen paspoort hebben?
“Omdat veel Afghanen nog nooit in het buitenland zijn geweest. Zij hebben nooit de noodzaak gevoeld om een paspoort aan te vragen. En nu de Taliban aan de macht is, is het erg moeilijk om nog een paspoort te krijgen. Soms lukt het wel, maar moeten mensen daar vaak veel voor betalen.”

Hoe weten jullie dat jullie de juiste mensen overbrengen naar Nederland?
Jelmer Snijder, beleidsmedewerker bij het ministerie van Buitenlandse Zaken: “We hebben namenlijsten gekregen van Defensie en van de Nederlandse NGO’s die in Afghanistan hebben gewerkt. Wij vragen aan de mensen die uit Afghanistan komen om aan te tonen dat zij de mensen zijn die op de lijst staan. Dat kan met een paspoort, maar bijvoorbeeld ook met een trouwakte, een geboortecertificaat of een ander soort persoonsbewijs.

Jelmer Snijder (ministerie van Buitenlandse Zaken): 'Veel organisaties hebben moeite gehad om de namenlijsten compleet te krijgen'

De identificatie is vaak niet het enige probleem. Veel organisaties hebben het afgelopen jaar moeite gehad om de namenlijsten compleet te krijgen. Defensie heeft bijvoorbeeld 20 jaar in Afghanistan gezeten. Al die jaren hebben zij met tolken gewerkt. Er zijn mensen die aangeven dat ze jaren geleden voor Defensie hebben gewerkt. Zie dan maar eens te achterhalen of dat klopt. Dat is ingewikkeld en mede daardoor duurt de operatie zo lang.”

Staan jullie voor meer uitdagingen tijdens het overbrengingsproces?
Nicole: “Jazeker. In elke groep zitten wel één of twee mensen die extra aandacht nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze ziek zijn en in Nederland meteen medische zorg nodig hebben.

Maar de grootste uitdagingen zijn vaak de mensen die individueel naar Nederland toekomen. Zo kregen we bijvoorbeeld te maken met een mevrouw die 38 weken zwanger was. Ze mocht vanwege haar zwangerschap niet meer vliegen. Gelukkig wist ze toch over land Pakistan te bereiken. In Pakistan werd haar baby geboren. Dat stelde ons voor een nieuwe uitdaging, omdat ook de baby een document moest krijgen om naar Nederland te kunnen reizen.

'Iemand had eens in de 2 dagen een nierdialyse nodig'

Ook hebben we een mevrouw bijgestaan die eens in de twee dagen een nierdialyse nodig had. We hebben het zo kunnen plannen dat zij net voor haar vlucht nog een nierdialyse kreeg in Iran. Na aankomst in Nederland kon ze binnen 12 uur in een Nederlands ziekenhuis terecht.”

De meeste mensen komen aan op een Nederlands vliegveld. Hoe gaat het proces vervolgens in zijn werk?
Mark: “De meeste mensen komen binnen via de reguliere passagiersstromen. Veel van hen hebben geen documenten en hebben niet eerder ver gereisd. We vangen hen op bij aankomst en begeleiden hen door de grensbewaking. Ook lopen we met hen mee naar de bagageafhandeling en zorgen voor bijzondere voorzieningen zoals bijvoorbeeld een rolstoel. Bovendien zorgen wij ervoor dat er vervoer beschikbaar is om hen naar de opvanglocatie te brengen."

Wat zijn voor jullie de grootste uitdagingen in jullie werk?
“Een goede onderlinge afstemming. We willen op tijd weten wanneer we mensen kunnen verwachten, zodat we klaarstaan. Dat proces loopt niet altijd zoals je het zou hopen en daar heb je zelf niet altijd invloed op.

Ik ben zelf in Pakistan geweest en ik heb gezien hoe het daar werkt. In Nederland kennen we elkaar en is de samenwerking prima. Iedereen is op de hoogte van de gemaakte afspraken en procedures. In Pakistan werken ze met lijsten. Als je onverhoopt niet op de juiste lijst staat, houden ze je tegen. Het hangt dan sterk af van degene die op dat moment werkt, of je mee mag.

Het vraagt flexibiliteit om er telkens voor te zorgen dat iedereen klaarstaat en alles geregeld is

Ook is het een uitdaging om alles geregeld te krijgen met de capaciteit die we hebben. We werken op onze afdeling met acht mensen en we hebben het afgelopen jaar 53 overbrengingen gehad. Soms horen we een paar dagen van tevoren dat er om 20.00 uur ’s avonds nog een gezin aankomt. Het vraagt flexibiliteit om ervoor te zorgen dat we zelf klaarstaan en dat alles geregeld is, zoals vervoer naar de opvanglocatie en een plek op de locatie zelf.”

Wat is de rol van het LOCC in dit geheel?
Richard: “We hebben als LOCC vier kerntaken. Een daarvan is het ondersteunen van onze crisispartners. Dat hebben we ook nu gedaan. We hebben bijvoorbeeld ondersteuning geboden aan de Nederlanders die op de passagierslijsten stonden.”

Wat zijn wat jou betreft de lessons learned?
“Dat zit hem vooral in praktische zaken. Er kwamen bijvoorbeeld groepen aan van 180 mensen. Daar zaten veel kinderen tussen. Kinderen gaan meteen spelen. Het is lastig om in een grote groep meteen de kinderen te herkennen die bij ons horen. Daarom zijn we met polsbandjes gaan werken.”

Wat is de rol van de gemeente Eindhoven?
Nadine Lemmens van de gemeente Eindhoven: “Wij zijn verantwoordelijk voor de opvang van de Afghanen met een Nederlands paspoort de eerste 72 uur. We krijgen een bericht van het LOCC als er weer een vlucht aankomt en we horen dan wat de bijzonderheden zijn. Soms zitten er bijvoorbeeld baby’s in de groep en moeten we zorgen voor een babybedje op de opvanglocatie.

Het LOCC geeft door of er bijzonderheden zijn, zoals de aanwezigheid van baby's of kleine kinderen

Bij aankomst zorgen we ervoor dat er iemand aanwezig is van de GGD of GHOR voor de mensen die medische zorg nodig hebben. Ook is er altijd iemand aanwezig van het Rode Kruis. Zij zorgen voor spullen, zoals babyvoeding en luiers. We zorgen ervoor dat de mensen opgevangen worden, bijvoorbeeld in een hotel, en dat zij eten en drinken krijgen. Na 72 uur neemt het ministerie van Binnenlandse Zaken het van ons over en stopt onze verantwoordelijkheid.”

Wat waren wat jou betreft de belangrijkste uitdagingen?
“In het begin was er nog geen duidelijke procesbeschrijving. We wisten nog niet waar we op moesten letten, bijvoorbeeld bij het boeken van het hotel en het regelen van de catering. Soms is bijvoorbeeld de taal een probleem en daardoor kunnen mensen niet zelf inchecken bij een hotel. Daarom hebben we afgesproken dat er altijd iemand van het Rode Kruis meegaat naar het hotel. Ook was het in het hoogseizoen vaak lastig om een geschikt hotel te vinden.

'Soms is de taal een probleem'

Inmiddels zijn de processen duidelijk. Toch is elke vlucht anders en moet er altijd weer iets anders geregeld worden. We hebben daar nu meer ervaring in gekregen.”

Wat zijn in zijn algemeenheid belangrijke lessons learned?
Herman van Temmen, medewerker advisering grens- en vreemdelingentoezicht bij de IND: “Er zijn heel veel lessons learned geweest. De hele operatie was een constant lerend proces waarin we continu verbeteringen aanbrachten. Daardoor ging het steeds beter lopen.

De belangrijkste lesson learned is dat het goed is om contact met elkaar te houden. We hebben het afgelopen jaar veel nieuwe organisaties leren kennen, zoals de vervoersorganisatie KOCV van het ministerie van Justitie en het LOCC. In de eerste evaluatie is naar voren gekomen dat het handig is om die contacten warm te houden. Daarvoor is het eigenlijk al voldoende om één keer per jaar een overleg van een uur in te plannen. Zo zien we welke nieuwe mensen er voor deze organisaties werken en kunnen we bij een nieuwe crisis sneller en beter schakelen.

'Er moet altijd ruimte blijven voor maatwerk'

Ook zien we dat crises nu langer aanhouden dan we gewend zijn. Dat geldt voor deze crisis en dat gold bijvoorbeeld ook voor de coronacrisis. Voor ons is het dan geen crisis meer, maar is het ons dagelijks werk geworden waarbij we werken volgens vaste procedures. We hebben gemerkt dat het geen zin heeft om deze procedures tot in de details vast te leggen, want elke situatie is toch weer anders. Ook veranderen er telkens dingen waardoor je aanpassingen moet doen. Dus ook in vaste procedures moet er ruimte blijven voor maatwerk.”

Tot slot, wat is jullie het meeste bijgebleven?
Mark: “Ik vind het bijzonder dat we bijna alle 4100 mensen die aangekomen zijn in Nederland persoonlijk gezien en welkom geheten hebben.

Daarnaast is ook de ervaring van juli en augustus 2021 me erg bijgebleven. De mensen die je 's avonds op televisie in Kaboel alle moeite zag doen om op een vliegtuig te komen, kwamen de volgende dag hier in Nederland het vliegtuig uit. Daar zaten soms schrijnende gevallen bij. Zo kwam er bijvoorbeeld een man het vliegtuig uitlopen met zijn 80-jarige vader op zijn rug.

De mensen die aankwamen, waren heel dankbaar. Ze vielen je nog net niet huilend in de armen. Bij sommigen vroeg je je wel af: hoe gaan zij ooit in Nederland integreren? Want de cultuurverschillen zijn soms erg groot. Maar ze zijn hier wel veilig.”

'Een jongen van 10 jaar wilde graag naar Nederland'

Nicole: “Wat mij het meeste is bijgebleven, is het verhaal van een jongen van 10 jaar. Zijn vader was vermoord en zijn moeder was overleden bij de bevalling. Hij had geen familie meer in Afghanistan en hij had geen paspoort. Hij wilde graag naar zijn zus in Nederland. Via Vluchtelingenwerk hebben we hem in Afghanistan gekoppeld aan een ander gezin dat ook naar Nederland ging. Hij zat op de eerste charter deze zomer, die op 12 juli 2022 aankwam, en hij kwam als een van de eersten het vliegtuig uitlopen. Op de luchthaven stond de man van zijn zus hem op te wachten.

Dat zijn de verhalen die je bijblijven, zeker als je zelf jonge kinderen hebt. Als je dat ziet, dan hoop je alleen maar dat hij in Nederland zijn weg weet te vinden en dat hij erin slaagt om hier een mooie toekomst op te bouwen.”

29 augustus 2022