Interview

Caroline Timmerman

Dennis van Asselt
Tekst:
Dennis van Asselt
Verwachte leestijd: 3 min

RNA: krijgen Oekraïners in Nederland de juiste hulp?

Drie GGD-regio’s hebben voor het eerst in kaart gebracht welke zorg en ondersteuning Oekraïense vluchtelingen nodig hebben in Nederland. Dat is gedaan met een rapid needs assessment (RNA). Wat is een RNA en wat maakt juist dit onderzoek uniek? Nog belangrijker: krijgen deze vluchtelingen de hulp die ze nodig hebben?

Tijdens of vlak na een ramp of crisis is het van belang snel een beeld te hebben van de problemen en behoeften van de getroffenen zodat de hulpverlening daar goed op kan aansluiten. Een manier om inzicht te krijgen, is een rapid needs assessment (RNA). Vanuit Nivel, ARQ en het RIVM zijn vragenlijsten opgesteld waarmee getroffenen vrij snel bevraagd kunnen worden naar hun behoeften.

Langdurige crisissituaties
Het Nivel, ARQ en het RIVM hebben in 2021 een leidraad voor RNA gepubliceerd. Deze stelt onder meer dat een RNA niet alleen kan worden uitgevoerd na zogenaamde flitsrampen zoals de tramaanslag in Utrecht, maar ook tijdens langdurige crisissituaties. Omdat problemen en behoeften na verloop van tijd kunnen veranderen of zich juist later kunnen aandienen, is het aan te raden om op meerdere momenten een RNA uit te voeren.

Uniek RNA-onderzoek
Op advies van het landelijke Crisis Expert Team psychosociale hulpverlening en gezondheidsonderzoek is er in september en oktober van 2022 een eerste RNA uitgevoerd naar de zorg- en ondersteuningsbehoeften van Oekraïense vluchtelingen in drie GGD-regio's: Hollands-Midden, regio Utrecht en Noord- en Oost-Gelderland. Deze RNA is om verschillende reden uniek te noemen.

“Op het moment dat we begonnen, was er nog weinig onderzoek gedaan en waren er weinig rapportages over deze doelgroep”, zegt Caroline Timmerman, epidemioloog bij GGD Noord- en Oost-Gelderland en liaison Gezondheidsonderzoek bij Rampen (GOR) bij het RIVM. “Er was vaak wel een beeld, maar dat zat meer in hoofden van mensen en organisaties. Wij hebben een deel hiervan opgehaald en samengevat in een factsheet. Dit is ter ondersteuning voor beleidsmakers en hulpverleners om gericht die ondersteuning te bieden waar deze mensen behoefte aan hebben.”

Inzet van sleutelfiguren
Om informatie te verzamelen, is in deze pilot gekozen voor een andere methode dan in eerdere RNA-onderzoeken. In plaats van de vragenlijsten voor getroffenen hebben de onderzoekers inzicht verkregen door middel van interviews onder een aantal sleutelfiguren van de GGD’en en GHOR-bureau’s. Dit zijn bijvoorbeeld projectleiders/coördinatoren, collega’s van Jeugdgezondheidszorg, Infectieziektebestrijding, Gezondheidsbevordering en Seksuele Gezondheid en de procesleider Psychosociale Hulpverlening.

De eerste reden om sleutelfiguren in te zetten, is om de vluchtelingen niet te belasten met vragenlijsten. Daarnaast zijn deze zorgprofessionals voor GGD-onderzoekers gemakkelijk bereikbaar. “Om vluchtelingen zelf te bevragen, is veldwerk nodig en dat is tijdrovend”, weet Caroline.

Er is voor een indirecte onderzoeksmethode gekozen omdat het tijdrovend is om vluchtelingen zelf te bevragen

Een ander voordeel van deze methode is volgens Caroline dat onderzoekers dieper op de situatie in konden gaan. “We hebben een relatief kleine groep sleutelfiguren benaderd. Door ze te interviewen, is het mogelijk om door te vragen en meer informatie boven tafel te krijgen. Omdat we met iedereen een persoonlijke afspraak hebben gemaakt, hadden we een hoge respons.”

De indirecte onderzoeksmethode is wel van invloed op de resultaten, zegt Caroline. “Die zullen beschouwd moeten worden in de context waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden. Er zijn ook onderzoeken die zich richten op de doelgroep zelf. Het is goed om de uitkomsten van verschillende soorten onderzoeken naast elkaar te leggen en te vergelijken."

Uitkomsten van de RNA
Onderzoekers melden drie belangrijkste uitkomsten van de RNA. Ter eerste was in de regio’s ten tijde van de uitvraag (najaar 2022) een breed aanbod van zorg en ondersteuning beschikbaar: regulier zorgaanbod, extra ondersteuning die specifiek voor deze doelgroep wordt ingezet en informele hulp en ondersteuning van vrijwilligersorganisaties en kerken.

Ten tweede zijn signalen over gezondheidsproblemen divers, variërend van lichamelijke gezondheidsklachten en middelengebruik (jeugd en jongvolwassenen) tot mentale problemen. Caroline: “Het is voor organisaties goed te weten dat bepaalde signalen niet op zichzelf staan maar vaker voorkomen. Dat is een goede basis voor beleid en gerichte adviezen en ondersteuningsprogramma’s die de betrokken instanties kunnen aanbieden.”

Bezig met overleven
Als derde valt het onderzoekers op dat Oekraïense vluchtelingen over het algemeen beperkt gebruikmaken van het zorgaanbod, ondanks dat er wel degelijk sprake lijkt te zijn van stressklachten, spanningen en onzekerheid. “Mensen die werken met Oekraïners merken dat deze mensen daar niet altijd heel openlijk over praten en vooral bezig zijn met overleven, zorg voor kinderen en het vinden van woonruimte en werk. Eventuele psychische problemen kwamen nauwelijks aan de oppervlakte.”

Knelpunten in hulpverlening
De onderzoekers benoemen ook een aantal knelpunten waar de hulpverlening voor Oekraïense vluchtelingen op vastloopt, waaronder beperkte capaciteit, lange wachtlijsten, tekort aan zorgprofessionals en overvolle opvanglocaties. Vluchtelingen hebben over het algemeen veel behoefte aan informatie, maar er zijn grote verschillende tussen gemeenten en locaties als het gaat om informatievoorziening. Door de taalbarrière is het voor hulpverleners lastig om de mentale toestand van de vluchtelingen te achterhalen.

Oekraïense vluchtelingen lopen tegen bekende problemen aan, zoals overvolle opvanglocaties

Veel van de knelpunten die het rapport benoemt, zijn de bekende problemen waar het Nederlandse zorgstelsel al langer mee te maken heeft. Caroline: “Wij als onderzoekers kunnen die niet veranderen, maar we kunnen ze wel benoemen en aangeven dat ook deze doelgroep ertegenaan loopt. Het geeft aan dat ons zorgstelsel in de basis krap is bemeten. In het geval van een ramp of crisis wordt die druk alleen maar groter.”

Problemen verergeren
Het RNA-onderzoek van eind 2022 wordt in het voorjaar van 2023 herhaald, dit keer in tien GGD-regio’s. “Onder meer om aan zorgverleners te vragen of ze verschillen zien ten opzichte van een half jaar geleden”, legt Caroline uit. “De problematiek voor Oekraïense vluchtelingen lijkt namelijk te verergeren. Dat heeft te maken met het voortduren van de oorlog. Er komen meer vluchtelingen naar Nederland en het ziet er niet naar uit dat de situatie op korte termijn verbetert. Dat houdt in dat ook de psychosociale problematiek mogelijk toeneemt onder deze groep, en daarmee de noodzaak om deze mensen te ondersteunen.”

24 april 2023