Interview
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

Dashboard: ‘De wensen van het Veiligheidsberaad stonden centraal’

Sander Koot van de Landelijke Meldkamer Samenwerking maakte tijdens de eerste golf vanuit het LOT-C het dashboard voor de regionale en landelijke crisispartners. Hoe slaagde hij erin om zo snel een dashboard op te zetten? En waar haalde hij de data vandaan?

“Dit project is eigenlijk per toeval op mijn pad gekomen", vertelt Sander Koot, manager innovatie bij de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS), een zelfstandig onderdeel van de politie.

“Toen Nederland op slot ging, vielen de bestaande innovatieve trajecten stil. Ik hou niet van stilzitten en ben om mij heen gaan kijken waar ik kon helpen. Na het lezen van een bericht over het Landelijk Operationeel Team Corona (LOT-C) ben ik gaan kijken of ik kon helpen. De dag na mijn verzoek kon ik al aan de slag”.

Voor wie was dat dashboard bedoeld?
“Voor de informatiemanagers van de veiligheidsregio’s, en daarmee dus ook voor het Veiligheidsberaad en het Catshuis-overleg. Daarnaast natuurlijk voor het LOT-C zelf waar partijen vanuit de zorg en openbare orde actief waren. Zij wilden inzicht krijgen in de cijfers én in het verhaal daarachter, zodat ze de cijfers goed konden interpreteren.”

Wat was de kracht van het dashboard in die eerste fase?
“Dat het de cijfers van de verschillende bronnen bij elkaar bracht. En dat was meteen ook een uitdaging. Veel organisaties hadden hun eigen cijfers en waren niet gewend om die te delen en over hun grenzen heen te kijken.”

Wat was in die eerste fase de grootste uitdaging?
“Om cijfers te vinden die relevant waren. Soms waren er überhaupt geen cijfers. En soms wisten we niets eens wat de exact wilden weten. We hebben voortdurend gekeken wat er beschikbaar was en wat we konden gebruiken. En natuurlijk ook andersom, wat we wilden weten en op welke manier we dit konden krijgen. We hebben in het begin veel weggegooid. Daar leerden we van. Zo bracht ons dat weer een stap verder.”

Wat vond je belangrijk bij het selecteren van de bronnen?
“De kwaliteit en de betrouwbaarheid. Je kunt voor een crisis niet alleen op zekerheden sturen, je moet ook je onzekerheden inzichtelijk maken. Het moet uitlegbaar zijn op basis van welke informatie je de keuzes maakt. Het kunnen uitleggen van het beeld dat beschikbaar was, hoe onvolledig het mogelijk kan zijn, is minstens net zo belangrijk als het tonen van volledige en 100% juiste data op een dashboard. Voor zowel de volledige als onvolledige data moet je wel een indicatie van de betrouwbaarheid kunnen geven.

We hebben gekeken welke cijfers het beste zicht geven op het naleven van de regels

En wat betreft de kwaliteit hebben we vooral gekeken of de cijfers een bijdrage leverden in het doel dat we voor ogen hadden. Dus: geeft het ons een beter zicht op de verspreiding van het virus, de naleving van de maatregelen en de effecten die de maatregelen hebben op de economie of de zorg.”

Stond je daarbij ook wel eens voor dilemma’s?
“Zeker, bijvoorbeeld als het gaat om de proportionaliteit. We konden bijvoorbeeld data opnemen die snel en gedetailleerd inzicht geven in de manier waarop mensen zich gedragen. Deze data bevatte wel persoonsinformatie. We konden ook kiezen voor abstractere informatie waar we iets langer op moesten wachten.

We hebben ons toen afgevraagd of het voor de informatiemanagers en de bestuurders nodig was om zo snel inzicht te krijgen in zoveel details. We zijn tot de conclusie gekomen dat het voor hun advies voldoende is om in grote lijnen te weten of mensen zich aan de maatregelen houden. Daarom hebben we niet voor de privacygevoelige data gekozen, maar voor de geabstraheerde gegevens.”

Wat is het belangrijkste wat je geleerd hebt van het maken van dit dashboard?
“Hoe moeilijk het is om de juiste data te krijgen vanuit je eigen netwerk en hoe complex het is om het proces data delen goed vorm te geven. Het was bijvoorbeeld heel moeilijk om een eenduidig beeld te krijgen van de situatie in de zorg.

Daarom is het goed dat we dit zelf gedaan hebben en zelf ontdekt hebben waar de knelpunten zaten. Toen de nood het hoogst was, was de bereidheid om data te delen het grootst. Er heerste een sfeer van ‘we gaan dit met z’n allen doen’.

Het was moeilijk om een eenduidig beeld te krijgen van de situatie in de zorg

Toen de eerste golf voorbij was, kwamen de gebruikelijke politiek-bestuurlijke patronen weer terug. Daardoor waren organisaties minder bereid om data te delen. Daarom is het goed dat we in die eerste golf veel ervaring hebben opgedaan. Die ervaring hebben we mee kunnen nemen in de doorontwikkeling van de regionale dashboards na de zomerperiode.”

En werd het dashboard ook daadwerkelijk gebruikt voor de advisering aan het Veiligheidsberaad en later het Catshuisoverleg?
“Ja, in de eerste golf verkocht het dashboard zichzelf. Dit komt ook omdat er niet veel goede informatie beschikbaar was. Alles wat hielp om een beter beeld te krijgen, werd met beide handen aangegrepen.

Ik denk dat het ook hielp dat het er mooi uitzag. Na de eerste golf hebben we het dashboard samen met het IFV verder doorontwikkeld. Daardoor werd het inhoudelijk beter. Toch hebben toen meer moeten doen om het onder de aandacht te krijgen dan in die eerste golf.”

Na de eerste golf heeft Sander het dashboard in samenwerking met het IFV verder doorontwikkeld. Nieuwsgierig hoe dat ging? Lees dan ook deel 2.

02 juni 2021