
Explosie Tarwekamp: ‘Er is goed samengewerkt’
De chaos was groot na de explosie aan de Tarwekamp in Den Haag. Hoe hebben de hulpverleners grip gekregen op de situatie? Samen met Camille Michel blik ik terug. Hij is directeur Crisisbeheersing en Meldkamer bij de veiligheidsregio Haaglanden en bij dit incident was hij leider van het USAR-team dat de berging van de slachtoffers voor haar rekening nam.
Het is 7 december 2024 als er een enorme explosie plaatsvindt in een galerijgebouw aan de Tarwekamp in Den Haag. De explosie veroorzaakt een brand die leidt tot het instorten van vijf woningen. Zes mensen komen om het leven en zes raken gewond.
Zijn jullie als veiligheidsregio voorbereid op zo’n grote explosie?
“Ja. We zijn als veiligheidsregio overal op voorbereid, dus ook op een ramp als deze. Dit blijkt ook uit de acties die gedaan zijn. De brandweerlieden waren snel ter plaatse en zijn meteen begonnen met het redden van mensen. Als zij 5 minuten later waren geweest, hadden deze mensen dit waarschijnlijk niet overleefd.
'Je kijkt om je heen en denkt: Shit, wat is hier gebeurd?'
De eenheden hebben in de eerste instantie gehandeld zoals bij een reguliere brand. Alleen de schaal was anders. Dus als je tijdens zo’n brand om je heen kijkt dan denk je wel: ‘Shit, wat is hier gebeurd?’”
Hoe is die eerste fase verlopen? Wat ging er goed? En wat had er misschien beter gekund?
“Ik vind dat er heel veel goed gegaan is. De eerste voertuigen die aankwamen, werden bemand door jonge leidinggevenden. Je kon merken dat zij echt goed getraind zijn en dat zij hun vak verstaan. Tijdens zo’n ramp is er niet veel tijd om na te denken. Je moet meteen handelen en dat is ook gebeurd.
Omroep West maakte een reconstructie van de ramp
Daarnaast vind ik dat er ongelofelijk goed is samengewerkt tussen de verschillende partijen. Dat komt omdat veel hulpverleners elkaar kennen en gewend zijn om samen op te trekken. Daardoor is het resultaat meer dan de optelsom van de delen. Je ziet dat terug in de manier waarop zij met elkaar meedenken, zoals bij het snel afzetten van het gebied, het creëren van ruimte voor het bergen van de slachtoffers en de samenwerking met de specialistische eenheden uit de rest van het land zoals STH (specialisme technische hulpverlening) en USAR.
Je merkt tijdens zo’n ramp wel dat er heel veel mensen ter plaatse komen. Je kan daar last van krijgen omdat mensen elkaar in de weg gaan lopen. Daarom is het goed dat er op een gegeven moment ook een fase van meer stabiliteit komt, waarbij je kunt afschalen zodat je minder hulpverleners op de plaats van het incident hebt.
'Het duurde vrij lang voordat we overzicht kregen'
Bij deze ramp was de chaos groot. Het heeft vrij lang geduurd voordat we overzicht hadden. Sommige vragen zijn enige tijd onbeantwoord gebleven, zoals: om hoeveel woningen gaat het? En: naar hoeveel mensen zijn we nog op zoek?”
Wat is de grootste uitdaging bij een ramp als deze?
“Dat je niet weet hoeveel mensen zich er nog onder het puin bevinden. Om die reden is er lang naar slachtoffers gezocht. De hulpverleners hebben uiteindelijk 12 mensen gevonden. Zes mensen zijn levend onder het puin gehaald, zes mensen waren helaas overleden. Vier van hen waren niet op deze adressen ingeschreven.”
Er is al snel opgeschaald naar GRIP 2. Dit betekent dat er ook een Regionaal Operationeel Team (ROT) opgeroepen is. Wat waren de belangrijkste thema’s waar zij zich op gericht hebben?
“Het ROT richt zich met name op het effectgebied en de neveneffecten. Tijdens zo’n grote ramp komt er veel op hen af. Bijvoorbeeld: waar worden de slachtoffers opgevangen? Waar en wanneer regelen we een bewonersbijeenkomst? En wanneer komt de burgemeester naar de rampplek toe? Burgers hebben tijdens zo’n ramp veel vragen en het lastige is dat we nog niet overal antwoord op kunnen geven. Veel burgers zijn emotioneel en dat is natuurlijk volkomen begrijpelijk.
RTL Nieuws maakte op basis van de rechtbankstukken een reconstructie van de geweldadige actiie
Het was dan ook fijn dat de politie snel een verdachte heeft opgepakt. Ik vind het ontzettend knap hoe ze dat gedaan hebben. Ze hadden al vrij snel voldoende bewijs om de verdachten in volledige beperking te stellen.
De rechtszaak tegen de verdachten is inmiddels begonnen. Ik zou het wel goed vinden als de hulpverleners, die tijdens de ramp betrokken waren, de kans krijgen om de recherche vragen te stellen. Bijvoorbeeld: hoe heeft de politie dit aangepakt? En hoe zijn zij zo snel bij deze verdachten uitgekomen?”
Is het gebruikelijk dat hulpverleners na een ramp nog dit soort informatie kunnen krijgen?
“Dat gebeurt niet altijd, maar ik ben daar zelf wel een voorstander van. Hulpverleners willen na een ramp bijvoorbeeld ook nog vaak graag weten hoe het gaat met de slachtoffers die zij geholpen hebben. Hebben zij het gered? Of zijn zij helaas overleden? Het is goed voor de verwerking om dat soort informatie te krijgen. De ene keer gaat dat beter dan de andere keer.
'Informatie delen helpt bij de verwerking'
Informatie over het opsporingsonderzoek helpt bovendien om meer inzicht te krijgen in elkaars rol. Hoe meer je over elkaars werk weet, hoe beter de samenwerking verloopt.”
Na de ramp was er natuurlijk ook nazorg. Hoe hebben jullie dat geregeld?
“De ramp was op zaterdagochtend. We hebben op maandagavond een multidisciplinaire debriefing gehouden. Daar zijn ongeveer 300 hulpverleners op afgekomen. Zo’n debriefing helpt mensen om het plaatje compleet te krijgen. Een politie-collega vertelde bijvoorbeeld dat hij iemand heeft horen roepen. Een brandweerman kon hem vertellen dat het gelukt is om deze persoon te redden.”
Wordt er na zo’n ramp nog meer aan nazorg gedaan?
“Ja, en dat gaat gewoon via de reguliere procedures. Na zo’n incident is er een debriefing door het zogeheten Team Collegiale Ondersteuning (TCO). Na een groot incident worden de hulpverleners extra in de gaten gehouden door hun leidinggevenden.”
Merk je dat mensen meer psychische klachten ontwikkelen na zo’n heftige gebeurtenis?
“Het komt voor dat mensen psychische klachten ontwikkelen, maar dat is vrijwel nooit terug te herleiden naar één gebeurtenis. Het is vaak iets dat zich opbouwt doordat mensen door de jaren heen veel bij incidenten betrokken zijn en ook privé veel meemaken, zoals een scheiding of een ziek kind. We hebben daar extra aandacht voor en soms kunnen een aantal sessies bij een psycholoog al helpen.”
We hebben in Nederland 25 veiligheidsregio’s en het is belangrijk dat zij van elkaar leren. Wat zijn de lessons learned uit dit incident die je graag mee zou willen geven aan andere regio’s?
“In zijn algemeenheid denk ik dat we als regio’s nog veel van elkaar kunnen leren. Toch is het moeilijk om hier antwoord op te geven, omdat de situatie per regio verschillend is. Wij werken in deze regio bijvoorbeeld vrijwel alleen maar met beroepskrachten. Veel andere regio’s werken met vrijwillige eenheden.”
Laat ik het dan anders vragen. Wat heb je nodig om zo’n grote ramp aan te kunnen?
“Je moet kunnen vertrouwen op je professionaliteit. Dat betekent: oefenen en je goed voorbereiden. Ik ben er geen voorstander van om allerlei scenario’s gedetailleerd vooraf uit te denken. Het is vooral belangrijk om de basisvaardigheden op orde te hebben. Door vervolgens flexibel te zijn in je handelen en in je geest, kun je vrijwel alles aan.
Wat ik soms nog mis is een centrale databank met ‘lessons learned’ uit andere landen of andere steden. Ik denk dat daar nog veel winst te behalen is. Dat wil overigens niet zeggen dat we nu niks van elkaar leren. Na de explosie aan de Schammenkamp in Rotterdam is er bijvoorbeeld veel onrust ontstaan omdat reddingswerkers ’s nachts gestopt zijn met zoeken. Hun inschatting was dat het geen zin meer had om door te zoeken, omdat het in het donker moeilijk is om nog mensen te vinden. Burgers vonden het moeilijk om dat te accepteren omdat er nog wel vermisten waren. Wij hebben daarvan geleerd en zijn wij ’s nachts doorgegaan met zoeken. We hadden ’s nachts wel een kleiner team dan overdag.”
Crises worden vrijwel altijd geëvalueerd en daar komen aanbevelingen uit. Wat mis je precies?
“Ik vind het vaak te vrijblijvend en de evaluaties zijn te veel gericht op grote rampen. We maken in Nederland duizenden incidenten per jaar mee. Daar kunnen we ook van leren.
Om een voorbeeld uit de oude doos te noemen: in 2003 is er een grote brand geweest in de Koningkerk in Haarlem. Tijdens deze brand is er een buitenmuur omgevallen. Drie brandweerlieden zijn daardoor om het leven gekomen. De geleerde les van deze brand is: zorg dat je bij gebouwbranden niet in de valschaduw van muren gaat staan.
'Een database met lessons learned zou ons helpen'
Het zou ons helpen als er een database komt waarin dit soort ‘lessons learned’ op thema gerangschikt zijn. Zo kunnen we het gemakkelijk doorzoeken. Dat geeft handelingsperspectieven aan de hulpverleners.”
Is er tot slot nog iets dat je wil toevoegen aan dit artikel?
“Jazeker. Wij kijken nu terug op dit incident en voor ons verdwijnt het steeds verder naar de achtergrond. Maar dat geldt niet voor de mensen die getroffen zijn. Zij kunnen nog steeds niet terug naar hun woning en voor hen is het nog lang niet voorbij, als het al ooit voorbij zal gaan. Zij worden er nog dagelijks mee geconfronteerd.
Voor de mensen die getroffen zijn is de ramp nog lang niet voorbij
Ik vind het belangrijk dat we ons dat realiseren. We hebben daar de afgelopen jaren ook belangrijke stappen in gezet. Vroeger blusten we een brand en vervolgens gingen we weer verder. Nu brengt het ROT na ieder incident alle openstaande acties in kaart en zorgt voor een zo compleet mogelijk overdrachtsdocument. Zo kan bijvoorbeeld de afdeling bevolkingszorg na een ramp het werk zo goed mogelijk van ons overnemen. Verschillende mensen van de gemeente Den Haag zijn nu nog steeds met dit tragische incident bezig.”