Calamiteitenhospitaal oefent: kunnen we deze grote hoeveelheid patiënten aan?
Kan het Calamiteitenhospitaal de toestroom van 140 patiënten tegelijk aan, terwijl er al 22 militairen zijn opgenomen? Dit scenario werd begin november geoefend. “Natuurlijk waren er verbeterpunten”, vertelt medisch manager Mirjam de Jong na afloop. “Maar we hebben vooral laten zien dat we dit aankunnen, ondanks de schaarste aan personeel.”
Het is zaterdagochtend en de oefening ‘Double trouble’ is in volle gang. Volgens het scenario is er een tribune ingestort tijdens een marathon op het Utrechts Science Park. In een hoog tempo worden er zo’n 140 gewonden naar het Calamiteitenhospitaal gebracht, waaronder vrij veel kinderen. In hun kielzog arriveren er ook zo’n 30 verwanten. Dit alles terwijl er de avond daarvoor al 22 militairen zijn opgenomen.
Polsbandjes
De oefening is 1,5 uur bezig en het is nog altijd een komen en gaan van ambulances. De ene na de andere patiënt wordt binnengebracht. Zij krijgen bij binnenkomst een polsbandje met barcode om en er wordt een clipboard met een medisch dossier op hun bed gelegd. Op het clipboard wordt aangekruist naar welke afdeling zij toe moeten. De medewerkers die hen wegbrengen zien aan de lijnen op de grond hoe zij daar het snelste komen.
Op de verpleegafdelingen is het enorm druk. Overal loopt medisch personeel en met enige regelmaat worden er patiënten van de ene naar de andere afdeling gebracht. Bij elke verplaatsing wordt de barcode op hun polsbandje gescand, zodat de organisatie op de hoogte is van het aantal patiënten, de locatie en de zorgzwaarte.
Ondanks de drukte is er geen sprake van paniek of chaos. Integendeel. Het geheel heeft meer iets weg van een goed georganiseerde mierenhoop. Van buitenaf lijkt het alsof iedereen door elkaar heen loopt. Maar in werkelijkheid heeft iedereen zijn rol en zijn taak. De medewerkers weten wat hen te doen staat en daardoor loopt het soepel.
Verbeteringen
“Het loopt nu goed, omdat we dit elk jaar oefenen”, vertelt Mirjam de Jong, medisch manager bij het Calamiteitenhospitaal. “Na elke oefening brengen we verbeteringen aan. Tot 10 jaar geleden oefenden we scenario’s met zo’n 30 patiënten.
In 2015 werden we geconfronteerd met de aanslag in Parijs. Tijdens die aanslag openden 3 mannen het vuur op de bezoekers van het Parijse theater le Bataclan: 131 mensen kwamen om en 350 raakten gewond. Dat heeft ons aan het denken gezet, want zoiets kan ons in Nederland natuurlijk ook overkomen. Daarom hebben we het aantal slachtoffers in de jaren daarna opgevoerd: eerst naar 100, daarna naar 150. In het begin was dat pittig. Maar door continu verbeterslagen te maken, kunnen we dat nu wel aan.”
Rode petten
Een voorbeeld van zo’n verbetering is de invoering van coördinerende verpleegkundigen. Bij een opschaling dragen zij rode petten. “De coördinerende verpleegkundigen worden maandelijks getraind en zij zorgen ervoor dat de processen en procedures op hun afdeling soepel lopen”, zegt Marjam. “Zij zorgen er onder andere voor dat hun afdeling zo veel mogelijk lijkt op de afdelingen waar de medewerkers dagdagelijks werken. Dus de kasten zijn op dezelfde manier ingericht en alles ligt op dezelfde plaats. Zo kunnen de medewerkers die opgeroepen zijn zo veel mogelijk werken zoals ze dat dagdagelijks doen.”
Tijdelijke voorziening
Terug naar de oefening van vandaag. Woordvoerder Margreeth Fernhout legt uit dat het Calamiteitenhospitaal altijd slechts een tijdelijke voorziening is. Het is bedoeld om direct na een ramp grote hoeveelheden patiënten op te vangen. Na de opname worden zij zo snel mogelijk overgeplaatst naar een regulier ziekenhuis. “Ons streven is om alle patiënten binnen 5 dagen uit te plaatsen. Maar het kan ook veel sneller gaan. Na het treinongeval in Voorschoten zijn we slechts een paar uur open geweest.”
Ook dit uitplaatsen van patiënten wordt geoefend. In een kamer achteraf zitten drie mensen die het tegenspel hiervoor verzorgen. “Wij spelen de ziekenhuizen in de omgeving”, zegt een van hen. “Zo oefenen zij de afstemming met de collega-ziekenhuizen in de regio. Dus dit gaat vooral over de vraag: wie belt wie, en welke informatie vragen ze bij elkaar op.” En tijdens een crisis gebeuren er soms ook gekke dingen. Ook dat wordt geoefend. “Straks gaat de bestuursvoorzitter van een ziekenhuis het Calamiteitenhospitaal bellen en vragen of zijn ziekenhuis kan helpen. Dat is tijdens een echte crisis wel eens gebeurd. We zijn benieuwd hoe het Calamiteitenhospitaal daarop gaat reageren.”
In de hal daarnaast wordt het tegenspel verzorgd voor de afdeling marketing en communicatie. “Voor deze afdeling is de snelheid van de berichtgeving vaak een uitdaging”, zegt iemand die het tegenspel verzorgt. “Het Calamiteitenhospitaal heeft nu alleen nog maar gecommuniceerd dat zij open zijn. Maar op social media gaan er al veel meer berichten over het hospitaal rond. Wij spelen de media en gaan daar natuurlijk vragen over stellen.”
Crisisbeleidsteam
In een heel ander gedeelte van het gebouw is het crisisbeleidsteam (CBT) bij elkaar gekomen. Hier wordt op strategisch niveau vergaderd volgens de BOB-methode. De voorzitter start de vergadering met de openstaande acties en gaat dan over op de beeldvorming. Hij vertelt dat het Calamiteitenhospitaal gisterenavond open is gegaan voor 22 militairen. Vervolgens is er vanochtend een tribune ingestort, waardoor er veel patiënten bijkomen. De nog beschikbare capaciteit is beperkt en daarom is het van het grootste belang om de militairen als eerste uit te plaatsen. Zo komt er ruimte vrij voor de civiele slachtoffers die nog altijd binnen worden gebracht.
De commandant van Defensie geeft aan dat hij binnen een uur voldoende helikopters beschikbaar heeft om de militairen uit te plaatsen. “Maar hoe gaan we dat organiseren?”, vraagt hij. “Wij willen graag de volgorde van de verplaatsingen weten.” Er wordt afgesproken dat het hele helikopterplatform wordt vrijgemaakt voor het uitplaatsen van de militairen. De commandant wil graag weten wie de coördinatie heeft: het responsteam facilitair of Defensie? “Die vraag hoort niet bij ons thuis”, zegt iemand. “Dat is een vraag voor het Crisis Coördinatie Team (CCT).”
Crisis Coördinatie Team
In een andere kamer is het Crisis Coördinatie Team al verschillende keren bij elkaar gekomen. Ook in dit overleg is de capaciteit een punt van zorg. Eén van de teamleden zegt dat ze inmiddels inzicht heeft in de capaciteit van de omliggende ziekenhuizen. Ook is er een videoverbinding met de liaison van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). “Als we de reguliere zorg afschalen, hebben we capaciteit voor 18 kinderen”, zegt ze. Er wordt besloten om maximaal 15 kinderen over te plaatsen naar het WKZ. Dit betekent dat de reguliere zorg wordt afgeschaald en dat de spoedzorg daar nog wel door kan gaan.
Oud-medewerkers willen graag helpen
Naast de capaciteit zijn er meer onderwerpen die spelen. Door het ongeval is bijvoorbeeld de Universiteitsweg afgesloten. Daardoor is het ziekenhuis moeilijk te bereiken. De politie laat alleen de medewerkers van het ziekenhuis en de verwanten erdoor. ‘Hoe gaan we om met de mensen die de overige patiënten van het ziekenhuis willen bezoeken?’ is een van de vragen die besproken wordt. Daarnaast zijn er verschillende oud-medewerkers die zich gemeld hebben, omdat ze graag willen helpen. “We hebben die hulp nu nog niet nodig”, is de conclusie. “Maar laten we hun telefoonnummers opschrijven. Wellicht kunnen we hun hulp op een later moment goed gebruiken.”
Commandopost
Terug naar de verpleegafdelingen. In een grote aparte ruimte is de commandopost ingericht. Om kwart voor 12 komen hier de coördinatoren van de verschillende afdelingen samen. Ter voorbereiding op dat overleg gaat er eerst een telefoontje naar de meldkamer. Zij geven aan dat er geen slachtoffers meer op de locatie zijn. Dus iedereen is binnen.
Om kwart voor 12 vult de commandopost zich in een snel tempo met de coördinatoren van de verschillende afdelingen. Zij geven één voor één een update. Op de ene afdeling liggen vrijwel geen patiënten meer, een andere afdeling komt juist artsen tekort. Er wordt besloten om een herverdeling te maken.
Ook is het druk op de röntgenafdeling. Er worden hier alleen nog maar korte verslagen gemaakt. Er is geen tijd meer voor de nevenbevindingen, dus die volgen later. En er zijn kinderen die nog geen eten en drinken hebben gekregen. Ook dat wordt geregeld. Na deze update gaat iedereen weer aan de slag en om 13.00 uur wordt de oefening afgerond en afgesloten.
Tevredenheid
Mirjam kijkt met tevredenheid terug. Natuurlijk is ze kritisch en heeft ze ook verbeterpunten gezien. “Op de low care komen altijd de meeste patiënten binnen”, zegt ze. “We zagen in deze oefening dat de artsen best veel tijd kwijt waren met het aanvragen van röntgenfoto’s. Wellicht kunnen doktersassistenten dit werk van hen overnemen. Zo kunnen de artsen sneller door naar de volgende patiënt.”
Ook zou ze het goed vinden als de crisisteams vaker gaan trainen. “Deze teamleden hebben tijdens een crisis een andere rol dan dat ze dagdagelijks hebben. Ik verwacht dat de communicatie tussen die teams beter loopt, als ze meer trainen.” Maar overall is Mirjam dik tevreden. “De medewerkers werden niet overbelast. Na de oefening is iedereen lachend naar huis gegaan. Dus we hebben laten zien dat we dit aankunnen.”