Actueel
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

Lector: ‘Veiligheidsregio’s kunnen partijen krachtig bij elkaar brengen’

De veiligheidsregio’s kregen tijdens de coronacrisis een bijzondere nieuwe rol. Wat zijn de eerste lessons learned? Lector crisisbeheersing Menno van Duin maakte een inventarisatie.

Normaal gesproken wordt een crisis pas achteraf geëvalueerd. Menno van Duin, lector crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), besloot om - vanwege het chronische karakter van deze crisis - tussentijds al de eerste balans op te maken. “Door nu al de eerste ervaringen te inventariseren, kunnen de betrokken partijen sneller van de lessons learned leren”, zegt hij. Van Duin deed met collega’s uit het lectoraat Crisisbeheersing eind maart eerst onderzoek naar de bevindingen van de burgemeesters. Daarop volgde een onderzoek naar de rol van de veiligheidsregio’s dat hij nu presenteert.

Waarom wilde u graag onderzoek doen naar de rol van de veiligheidsregio’s?
“Omdat de veiligheidsregio’s tijdens de coronacrisis een bijzondere rol kregen. Ze waren niet alleen verantwoordelijk voor het faciliteren van de crisisaanpak. Ze werden ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van de noodverordening. Dat laatste was nog niet eerder voorgekomen. Daardoor kreeg het veiligheidsberaad, het overleg waarin de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s bijeenkomen, nu ook in de crisis zelf een belangrijke functie. De ministers gingen naar het veiligheidsberaad toe om de voorgenomen maatregelen te bespreken. Twee burgemeesters sloten vanuit het veiligheidsberaad aan bij het ministerieel overleg. De veiligheidsregio’s kregen als functie om de maatregelen van het rijk te vertalen naar het gemeentelijke niveau.”

Was dit een goed werkbare structuur?
“Ja, uit onze inventarisatie blijkt dat de veiligheidsregio’s die rol goed hebben opgepakt. Er was ook weinig alternatief, omdat het rijk op dat moment niet meteen een noodwet wilde maken. Het maken van een noodwet voor deze crisis is namelijk ingewikkeld en duurt relatief lang. Tijdens een crisis kun je daar niet op wachten en de voorzitters van de veiligheidsregio waren op grond van de Wet publieke gezondheid (WPG) toch al in beeld. De gekozen structuur met een duidelijke rol voor de veiligheidsregio’s was een goed alternatief.”

Wat waren de belangrijkste uitdagingen waar de veiligheidsregio’s mee te maken hadden?
“Een lastig punt was om snel een goede koppeling te maken tussen nationaal en regionaal beleid. Premier Mark Rutte kondigde op televisie een maatregel af, zoals het sluiten van het onderwijs, het weer openen van de basisscholen of recentelijk het voornemen van het openen van de horeca en de terrassen. Vervolgens hadden de veiligheidsregio’s vaak nog een dag of vijf nodig om in de noodverordening hiervan een vertaling te maken naar het regionale beleid. Bijvoorbeeld: houden we de markten wel of niet open? Hoe gaan we om met de wensen vanuit de horeca?

De veiligheidsregio's werden tijdens deze crisis verantwoordelijk voor het faciliteren van de crisisaanpak en het uitvoeren van de noodverordening

Ook was het voor veel veiligheidsregio’s een uitdaging om de functionele keten, in dit geval de zorg, op een goede manier te faciliteren. Veel andere ketens zijn overzichtelijk. Je hebt in Nederland bijvoorbeeld de nationale politie met 10 regionale eenheden en de 25 regionale brandweerkorpsen. Maar je hebt 50.000 zorginstellingen. Hoe slaag je erin om van al die zorginstellingen een beeld te krijgen en waar nodig op een goede manier te faciliteren? We zien dat velen, en zeker ook de veiligheidsregio’s, daar enorm mee geworsteld hebben.”

Wat zijn daaruit de belangrijkste geleerde lessen? Hoe kunnen veiligheidsregio’s tijdens een volgende crisis die rol beter oppakken?
“Tijdens de crisis ontstonden er verschillende nieuwe instanties die zaken gingen coördineren, zoals het verdelen van de mondkapjes of IC-capaciteit. Blijkbaar was daar behoefte aan. In een evaluatie zou gekeken kunnen worden of de veiligheidsregio’s, een nieuwe landelijke overkoepelende organisatie of juist anderen dat soort rollen meer naar zich toe kunnen trekken. De belangrijkste uitdaging daarin is: hoe brengen we op een goede manier al die verschillende ketens bij elkaar?”

Het is krachtig als veiligheidsregio's tijdens een crisis gebruik maken van de capaciteit van de andere instanties, zoals een gemeente

En wat zou wat u betreft een goede algemene conclusie kunnen zijn?
“De algemene conclusie is dat de veiligheidsregio’s tijdens de crisis een waardevolle rol hebben gekregen die lastig door anderen ingevuld had kunnen worden. Toch denk ik dat het tijdens de evaluatie verstandig is om kritisch te kijken welke taken de veiligheidsregio wel of niet kan oppakken in de toekomst. Instanties hebben al snel de neiging om veel zelf te willen doen. Dat zou betekenen dat de veiligheidsregio’s honderden mensen moeten gaan aannemen om bij een volgende crisis alle taken perfect op zich te nemen. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet wenselijk is. De kracht van de veiligheidsregio's is juist om partijen bij elkaar te brengen. Dat zag je ook tijdens deze crisis gebeuren. Grote gemeentes hadden veel hoogwaardige capaciteit, zoals juristen en beleidsmedewerkers. Het is goed om deze bij de crisisaanpak in te zetten – soms onder de vlag van de regio. Door op die manier slim gebruik te maken van de mogelijkheden van andere instellingen en goede verbindingen te leggen, kun je samen op een krachtige manier de crisis managen.”

14 mei 2020