SVDC-seminar: ‘Een oorlog met Rusland is een reëel scenario’
We hebben in Nederland met een serieuze militaire dreiging te maken. Hoe kunnen we de samenleving daarop voorbereiden? En wat betekent het voor ons als we straks in oorlog zijn met Rusland? Dit zijn thema’s die voorbijkwamen tijdens het SVDC-seminar ‘Niets is meer wat het lijkt’, dat op 20 november in Zeist gehouden werd. De dag werd vrolijk afgesloten met een show van illusionist Victor Mids.
Na een welkomstwoord van dagvoorzitter en organisator Gert-Jan Ludden neemt de eerste spreker het woord. Rob de Wijk, directeur van het The Hague Center for Strategic Studies (HCSS) vindt dat we in Europa in slaap zijn gesust na de val van de muur. “Er was geen draagvlak meer om nog een sterke krijgsmacht overeind te houden. We kwamen in een tijdperk van morele politiek met veel ideologie en wensdenken.” Hij wijst op de verschillende vredesmissies die vaak niet geweldig verliepen, zoals het drama in Srebrenica en de val van Afghanistan.
Machtspolitiek
“We hebben niet gezien dat China in opkomst was en dat de wereld daardoor veranderde. We hielden de mindset van vredesmissies vast en daardoor ebde onze kennis over machtspolitiek weg. Maar landen zoals Rusland, China, Iran en Noord-Korea denken niet in termen van vrede. Zij denken vooral in termen van macht.”
Ook toen Rusland Oekraïne binnenviel waren we vooral goed voorbereid op vredesmissies, legt Rob uit. “Natuurlijk wordt er tijdens een vredesmissie ook wel eens hard gevochten. Maar het zijn geen langdurige vechtoperaties. Daardoor hadden we onze munitievoorraden niet op orde. Ook hebben we net na de inval allerlei sancties afgekondigd omdat we het idee hadden dat dat zou werken. Dat heeft geen effect gehad. De Russische economie heeft zich inmiddels al helemaal aangepast aan de nieuwe situatie.”
Nieuwe ijzeren gordijn
Rob verwacht dat we de komende jaren toegaan naar een nieuwe harde scheiding tussen Europa en Rusland. Zijn nieuwe boek heet dan ook niet voor niets: ‘Het nieuwe ijzeren gordijn’. Toch is er ook een verschil. In de koude oorlog ging het vooral om onze territoriale veiligheid. Nu hebben we met een hybride oorlogsvoering te maken.
De grote vraag is: worden we een speler of een speelbal in deze strijd? “Alles begint met weerbaarheid”, zegt Rob. “Het is bijvoorbeeld reëel dat we tijdens zo’n oorlog te maken krijgen met langdurige stroomuitval. Weten we daarmee om te gaan en weten we daar snel van te herstellen?”
Winnen
Rob sluit zijn presentatie hoopvol af, want hij verwacht dat wij uiteindelijk sterker zijn dan Rusland. “Rusland is een groot land in oppervlakte, maar niet qua economie. De Russische economie is vergelijkbaar met die van de Benelux. Dat betekent dat zij nu al 40% van hun overheidsuitgaven kwijt zijn aan Defensie. Als wij meer in Defensie investeren, dan moeten zij daarin mee. Op een gegeven moment is dat niet meer vol te houden, omdat de Russische economie daar te veel onder gaat leiden.”
Militaire paraatheid
De presentatie van spreker Maarten Schurink, secretaris-generaal van het ministerie van Defensie, begint met een nieuwsbulletin. Hierin wordt geschetst wat het betekent als we echt in oorlog komen met Rusland. Grote hoeveelheden Amerikaanse tanks komen binnen in de Rotterdamse haven. Daardoor kunnen veel andere schepen hier niet meer terecht en ontstaan er tekorten in de supermarkten. Ook krijgen we te maken met een verdringing op het spoor en de Nederlandse ziekenhuizen moeten ruimte vrijmaken voor militaire gewonden.
“Dit klinkt misschien heel dramatisch”, zegt Maarten. “Maar dit is wel waar wij ons op voorbereiden. Voor ons is dit geen ondenkbeeldig scenario meer.” Hij vertelt dat Defensie de samenwerking opzoekt met andere partijen zoals ProRail, Rijkswaterstaat (voor het vervoer over bruggen en door tunnels) en met ziekenhuizen (voor de opvang van gewonden). “Wij nemen de regie in de militaire paraatheid”, zegt hij. “De NCTV neemt de regie als het gaat om de maatschappelijke weerbaarheid. Zij starten volgend jaar een campagne om burgers voor te bereiden op langdurige crises zoals de uitval van energievoorzieningen en telecommunicatie. Hebben mensen bijvoorbeeld voldoende cash geld in huis als de pinapparatuur plotseling niet meer werkt?”
Weerbaarheid
Zijn collega Michiel Verlinden neemt het stokje over. Michiel is commandant van het Territoriaal Operatiecentrum (TOC). “Wij zijn geen frontstaat”, zegt hij. “Dus we hoeven niet bang te zijn dat de Russische tanks het land inrijden. Maar we krijgen wel met andere effecten te maken. Rusland zal bijvoorbeeld proberen om onze kritische processen plat te leggen, zoals onze meldkamers en ziekenhuizen. In hoeveel uur zijn we in staat om dat weer te repareren? Bovendien: ten tijde van oorlog kunnen we ook met reguliere crises te maken krijgen, zoals hoogwater. Nu staan onze eenheden klaar om daarbij te helpen. Dan zijn onze militairen niet meer in Nederland en zullen overheden dit zelf moeten oplossen.”
Michiel zegt dat er al verschillende initiatieven zijn om de samenleving weerbaarder te maken. Hij noemt bijvoorbeeld het werk van Paul Gelton van het NIPV die partijen bij elkaar brengt die een bijdrage kunnen leveren tijdens een grote crisis, bijvoorbeeld bij het opvangen van grote hoeveelheden mensen. Ook noemt hij het handboek Burgerhulpverlening van de veiligheidsregio Groningen, waarin wordt uitgelegd hoe je de spontane initiatieven van burgers kunt omarmen. “Dit zijn natuurlijk allemaal zaken die we nu ook al doen. Maar de omvang waarin we dit soort initiatieven dan nodig hebben, gaat ons bevattingsvermogen nu te boven. De coronacrisis was voor veel mensen al een schok. Een oorlog zal nog een vele grotere crisis teweegbrengen.”
Veiligheidsberaad
De laatste spreker voor de pauze is Hubert Bruls, portefeuillehouder crisisbeheersing in het Veiligheidsberaad. Hij zegt dat het risico op regio-overschrijdende crises toeneemt. “Dat vraagt om een betere samenwerking tussen het Rijk en de regio’s. Meerdere veiligheidsregio’s komen tijdens zo’n regio-overschrijdende crisis samen in het interregionaal beleidsteam (IRBT).” Hubert zou graag willen dat dit team meer bevoegdheden krijgt, zodat het tijdens een crisis beter kan doorpakken. Er is nu besloten dat dit team haar besluiten altijd eerst voorlegt aan de betreffende veiligheidsregio’s. “Alsof we daar tijdens een crisis tijd voor hebben”, zegt hij geïrriteerd.
Hij vertelt dat het tijdens een crisis belangrijk is om eenduidig te communiceren. “Je kunt niet op verschillende momenten met verschillende boodschappen komen.” Ook vindt hij het noodzakelijk dat de samenleving zich meer betrokken gaat voelen bij de crisisaanpak. “Burgers gedragen zich soms als klanten die steeds meer van ons vragen. We hebben de neiging om te antwoorden: ‘Yes, we can’. Maar we kunnen dat niet allemaal meer leveren. Bovendien, in de eerste fase van een crisis zijn burgers vrijwel altijd op zichzelf aangewezen en de eerste 72 uur moeten zij zelfredzaam kunnen zijn. Dus de attitude van burgers moet veranderen. Wij moeten hen vaker de boodschap geven: ‘No, we can’t.”
Cybersecurity
Na een korte pauze, neemt Petra Oldengarm het woord. Zij is directeur van Cyberveilig Nederland en zij vertelt dat er vaak nog een taboe rust op cybercrises. “Dat is jammer, want het is juist belangrijk om veel met elkaar te delen zodat we van elkaar kunnen leren.”
Zij bespreekt in haar presentatie de conclusies van de rapporten die verschenen zijn na de cyberaanval op de gemeente Hof van Twente. Enkele belangrijke lessen uit die crisis zijn: zorg dat het bestuur en het management hun rol pakken, zorg dat belangrijke basismaatregelen op orde zijn, houd zicht op het aantal leveranciers dat toegang heeft tot je systemen, kies zo veel mogelijk voor gangbare standaarden, zorg voor een actieve monitoring en blijf testen. “Veel van deze lessen lijken misschien een open deur, maar we zien in de praktijk vaak dat dit nog onvoldoende gebeurt.”
Crisisrespons
Over de crisisrespons zegt ze: “Zorg dat de plannen klaarliggen, zorg dat je de lijstjes met telefoonnummers op papier hebt (en niet alleen in je systemen) en zorg ervoor dat alles geoefend is.”
Ze zegt dat met name dat oefenen erg belangrijk is, “want dan kom je erachter wat werkt, en wat niet werkt. Je ziet dan ook wat je nog extra nodig hebt. De meeste cyberaanvallen vinden bijvoorbeeld buiten kantooruren plaats en sommige organisaties zijn voor hun respons afhankelijk van derden. Zijn die externe partijen altijd bereikbaar? Kun je hen ook in de weekenden en tijdens Kerstmis bellen?
Victor Mids
De dag wordt luchtig afgesloten met een presentatie van illusionist Victor Mids. Hij vertelt dat aandacht werkt als een soort schijnwerper. “Je ziet slechts een klein gedeelte van je gezichtsveld scherp. De rest is wazig.” Hij maakt hier in zijn shows veel gebruik van. Zo laat hij ons zien hoe hij een rood doekje, speelkaarten en zelfs een deel van een vliegtuig op een beeldscherm kan laten verdwijnen. Als hij vervolgens uitlegt hoe hij dat gedaan heeft, is het verwonderlijk dat wij dat als publiek niet gezien hebben.
Als ultieme afsluiting vraagt hij Helma IJsseldijk om op het podium te komen. Helma werkt al 10 jaar voor SVDC en heeft wel een cadeautje verdiend. Zij mag uit een stapel met enveloppen telkens een envelop kiezen met een prijs. In de enveloppen die ze als eerste kiest zitten de prijzen die ze niet krijgt. Dat begint met grote prijzen zoals ‘een jaar lang gratis boodschappen doen’, en loopt op tot bizarre prijzen, zoals een huisje op Ibiza. Keer op keer lijkt het erop dat ze zelf een keuze maakt tussen de verschillende enveloppen. De spanning stijgt als ze de laatste envelop mag openen. In deze envelop zit de prijs die ze wél krijgt. Met een grote glimlach leest ze voor dat ze het nieuwste boek van Victor Mids gewonnen heeft.
Netwerken
Na het seminar volgt er een netwerkborrel, waarbij Victor zich in de menigte begeeft. Hij gaat van tafel tot tafel, en verwondert het publiek met zijn illusies. Voor de deelnemers die dat willen, is er ook nog een diner. Hier wordt rijkelijk nagepraat, waarna de deelnemers, mooi na de files, huiswaarts keren.