Actueel
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

NAZL: ‘Onze ziekenhuizen staan er niet alleen voor. We doen dit samen’

In Limburg helpen de huisartsen en verpleeghuizen de ziekenhuizen door de coronacrisis heen. Hoe verloopt die samenwerking? Een interview met Clarien Schoeren van het Netwerk Acute Zorg Limburg.

Clarien Schoeren moest zich de afgelopen jaren vaak verdedigen ten opzichte van de andere OTO-regio’s. Zij wilde koste wat kost dat verpleeghuizen, GGZ-instellingen en de gehandicaptenzorg een onderdeel werden van het ROAZ en meededen aan het OTO-programma. “Ik heb hier echt voor gevochten”, vertelt ze. “Nu ben ik blij dat ik voet bij stuk heb gehouden. Door die samenwerking konden we tijdens deze crisis snel de juiste verbindingen leggen. Daardoor staan onze ziekenhuizen er nu niet alleen voor. De huisartsen en verpleeghuizen staan voor hen klaar.”

Clarien is Programmacoördinator Crisisbeheersing en OTO Limburg van het Netwerk Acute Zorg Limburg (NAZL). In een interview blikt zij terug op de crisis tot nu toe.

Allereerst, de crisis duurt nu al maanden. Wat is het meest bijzondere dat je tot nu toe hebt meegemaakt?
“Dat er tijdens deze crisis commanders opstonden. Commanders zijn mensen die tijdens een crisis even stilstaan, om zich heen kijken en vervolgens met een goede allesomvattende oplossing komen.

Koen Goffings van de GGD Zuid Limburg kwam met het idee voor een coronazorghotel

Een voorbeeld van een commander uit de eerste golf was Koen Goffings van de GGD Zuid Limburg. Hij zag hoe belangrijk het zou worden om mensen weg te houden bij de ziekenhuizen en kwam met het idee van een coronazorghotel. Hier zijn zo’n 6.000 mensen geholpen die daardoor niet naar een ziekenhuis hoefden. Dit heeft de ziekenhuizen in Limburg enorm ontlast. Naast Koen waren er meer mensen die opstonden en met een ontzettend goed idee kwamen. Ik vond het bijzonder om dat mee te maken.”

Hoe zorgen jullie ervoor dat deze ideeën gezien en opgevolgd worden?
“Door een goede balans te hebben tussen een commandostructuur én hier en daar een beetje polderen. Dat polderen geeft mensen lucht en ruimte om er ook iets van te vinden. Zo ga je die goede ideeën, die ín de organisatie zitten, zien. Het bijzondere aan commanders is dat ze niet alleen een goed idee hebben. Ze hebben ook het enthousiasme om mensen mee te krijgen. Zo ontstaat er een groep van doeners, waardoor het echt een succes wordt.”

De crisis begon begin dit jaar. Waren jullie goed voorbereid?
“Ja, best wel. We hadden vorig jaar een grote ketenoefening gehad waarin we het scenario van een pandemie oefenden. We deden dat niet, omdat we de coronacrisis zagen aankomen. We hadden voor dit scenario gekozen omdat ik het belangrijk vond om een crisis te oefenen waarin alle ketenpartners met elkaar samenwerkten.

Het NAZL hield vorig jaar een grote pandemie-oefening met alle ketenpartners

Een pandemie treft iedereen, dus niet alleen de ziekenhuizen maar ook de verpleeghuizen en de huisartsenposten. Het scenario van een pandemie was uitermate geschikt om die onderlinge samenwerking te oefenen.”

Wat leverde die oefening op?
“Het belangrijkste is dat mensen elkaar tijdens deze oefening nog beter leerden kennen. Veel mensen kenden elkaar al uit de andere onderdelen van ons OTO-programma. Ze werken bijvoorbeeld al met elkaar samen in onze kennisplatforms. Tijdens de coronacrisis hebben we veel profijt gehad van die voorbereiding, want als je elkaar kent, leg je ook tijdens een crisis gemakkelijker de juiste verbindingen.”

Zijn er meer elementen waardoor je goed voorbereid was op de coronacrisis?
“Ja. We beschikken over een goede infrastructuur waar ook de huisartsen en verpleeghuizen een onderdeel van uitmaken. Daardoor zagen zij meteen welke bijdrage zij konden leveren. Zij zagen het als hun taak en rol om zo veel mogelijk mensen op te vangen en daarmee de ziekenhuizen te ontlasten. In de eerste golf hebben zij dat gedaan in de 3 coronahotels.

In de tweede golf hebben we dit hotel waarschijnlijk niet meer nodig omdat de ketenpartners samen andere plannen hebben ontwikkeld, waarmee zij de toestroom van patiënten nu beter aankunnen.”

Kun je daar een voorbeeld van noemen?
“Huisartsen werken bijvoorbeeld al jaren samen in een huisartsenpost. Deze posten zijn normaal gesproken alleen ’s avonds en in het weekend open. De huisartsen hebben nu afgesproken dat deze posten overdag open gaan voor coronapatiënten als de toestroom van patiënten te groot wordt. Hiermee ontlasten zij de Spoedeisende Hulp van de ziekenhuizen en de huisartsenpraktijken.

Ook hebben de ziekenhuizen afspraken gemaakt met de omliggende verpleeghuizen. Zij hebben afgesproken dat de verpleeghuizen de coronapatiënten opvangen die niet noodzakelijkerwijs naar het ziekenhuis hoeven. En de revalidatiecentra zorgen voor de revalidatie van de patiënten die corona hebben gehad. Ons motto is dat de ziekenhuizen in onze regio er niet alleen voor staan. We doen dit echt samen.”

Hoe is de samenwerking met de overkoepelde organisaties in jullie regio?
“Goed. Het is voor ons altijd helder geweest dat het GHOR verantwoordelijk is voor de coördinatie. Wij doen de ondersteuning. We hebben niets zonder het GHOR gedaan en dat is een goede keuze geweest. Daardoor is er geen domeinenstrijd ontstaan.”

Zijn er elementen die je nu, tijdens deze tweede golf, nog wilt verbeteren?
“Ja. We denken sterk na over de herstructurering van het ROAZ. We kijken daarbij kritisch of de juiste personen, met het juiste mandaat op de juiste plekken zitten. Zo willen we, ook tijdens deze crisis, de structuur verder optimaliseren.”

Wat zou je na deze crisis graag willen verbeteren?
“Ik wil onze opleidingen graag verder doorontwikkelen. We hebben nu bijvoorbeeld een basiscursus voor loggers en een verdiepingscursus. Hierin leren zij alles over loggen en de verslaglegging daarna. Ik wil daar graag een verdiepingsslag aan toevoegen die ingaat op de verantwoording na een crisis.

'Informatiemanagement is voor ons een groot onderwerp'

Die verdiepingsslag wil ik ook bij andere opleidingen toepassen. We hebben bijvoorbeeld een vierdaagse training en een hbo-opleiding voor crisiscoördinatoren. Daar wil ik graag een post-hbo opleiding aan toevoegen zodat crisiscoördinatoren meer mogelijkheden krijgen om door te groeien.”

Is er nog iets anders waar je na de crisis graag mee aan de slag wilt?
“Jazeker. Informatiemanagement is voor ons een groot onderwerp. Bij informatiemanagement denk je al snel aan systemen. Toch gaat het hierbij niet zozeer om de systemen, maar vooral om de inhoud. Het gaat over de vraag: hoe krijg je de juiste informatie bij de personen die erover gaan?

Voordat je het weet gaat iedereen elkaar tijdens een crisis informeren. Dat geeft veel verwarring. De uitdaging waar een informatiemanager voor staat is: hoe stroomlijn je dat? En hoe zorg je ervoor dat iedereen zich aan de afspraken houdt? Dat vraagt om een goede coördinator. Wie is daar het meest geschikt voor? En waar beleg je dat dan? Wij hebben daar ideeën over. Maar het is natuurlijk belangrijk dat we dat samen ontwikkelen met onze partners. Na deze crisis gaan we hier graag mee aan de slag.”

11 november 2020