Actueel
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

Maastricht UMC+: ‘We waren klaar voor de eerste prik’

Het Maastricht UMC+ was woensdag 6 januari het eerste Nederlandse ziekhuis dat startte met vaccineren tegen corona. “We hadden het hele weekend doorgewerkt zodat we er woensdagochtend klaar voor waren”, vertelt de crisiscoördinator.

Het is 10.30 uur als de eerste medewerker van het Maastricht UMC+ het vaccin krijgt tegen corona. Nieuwsite nu.nl meldt dat het UMC+ daarmee het eerste ziekenhuis is waar tegen corona gevaccineerd wordt.

“We hebben hard gewerkt”, vertelt crisiscoördinator David Hoogerwerf. “In het weekend voorafgaand aan de vaccinatie heb ik zo’n 25 uur gewerkt. Naast het inrichten van de vaccinatie voor ons eigen ziekenhuis, waren wij ook verantwoordelijk voor de distributie van het vaccin in onze ROAZ-regio.

David neemt in alle vroegte de eerste vaccins in ontvangst. Foto's: MUMC+

Toen de vaccinatiestraat operationeel was, kregen we verschillende complimenten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de manier waarop we het hebben ingericht. Ik ben wel trots dat het ons gelukt is om het zo snel zo goed voor elkaar te krijgen.”

Wanneer zijn jullie begonnen met de voorbereidingen voor vaccinatie?
“Enkele weken geleden toen duidelijk werd dat het Pfizer-vaccin als eerste beschikbaar zou komen. We hebben een taakgroep samengesteld om te kijken hoe we omgaan met de vaccinaties voor het ziekhuispersoneel.

Op een gegeven moment kregen we te horen dat een deel van het ziekenhuispersoneel voorrang zou krijgen. Toen is alles in een stroomversnelling gekomen. We hebben gevraagd of de mensen die in de eerste golf verantwoordelijk waren voor op het opzetten van het noodhospitaal in het MECC ook konden meedenken. Zij zijn gewend om snel te schakelen en hebben aan een half woord genoeg. Mede daardoor is het zo snel gegaan.”

Wat was de grootste moeilijkheid bij het opzetten van de vaccinatiestraat?
“Het gebrek aan informatie. We wilden ons in het weekend voor de eerste prik al zo goed mogelijk voorbereiden, maar we hadden nog niet alle informatie binnen. In het begin wisten we bijvoorbeeld nog niet of we de vaccins ingevroren of ontdooid zouden ontvangen. Op maandag kregen we de definitieve informatie over het vaccin binnen. We hadden onze plannen toen al zo goed als klaar. We hoefden het alleen nog maar te finetunen op basis van de laatste informatie.”

Wat was het moment dat je wist hoe je het moest aanpakken?
“Dat was ’s nachts in bed. In het begin gingen we nog uit van een externe locatie. Dat zou veel extra werk geweest zijn. Van zondag op maandag kon ik ’s nachts niet slapen. Toen bedacht ik me dat we het anders moesten gaan doen en ook hoe.

De vaccinatiestraat is ingericht op de plaats waar normaal gesproken het terras van het restaurant is

We hebben vervolgens besloten om intern een vaccinatiestraat in te richten op de plaats waar normaal besproken het terras van het restaurant is. Hier hebben we twaalf tenten neergezet met zes inschrijfbalies en tien prikruimtes. Daar achter is een ruimte waar onze medewerkers een kwartier kunnen wachten als ze geprikt zijn conform de vaccinatierichtlijn van het RIVM.”

Wat was de grootste uitdaging bij het opzetten van deze straat?
“Bedenken hoe je het op een goede manier inricht. Je hebt verschillende stappen, zoals de administratie, het zetten van de spuit en het wachten na de vaccinatie.

Je weet hoe lang elke stap gemiddeld duurt. Het zetten van een spuit duurt bijvoorbeeld 3 minuten. Dit betekent dat er elke drie minuten iemand in de wachtkamer komt. Deze mensen moeten de gelegenheid krijgen om een kwartier te wachten, zodat er gekeken kan worden naar eventuele acute bijwerkingen. Je maakt dan een rekensom. Dit betekent dus dat er na elke vaccinatieruimte een wachtruimte moet zijn voor vijf personen waar een arts aanwezig is.”

Hoe loopt het in de praktijk?
“Het loopt als een trein. De eerste dag werden er al meer dan 400 prikken gezet.”

Het UMC+ kreeg verschillende complimenten van de inspectie over de manier waarop het is ingericht

Jullie hebben als ziekenhuis natuurlijk ook te maken met de tweede golf. Waren jullie daarop voorbereid?
“Ja, we waren goed voorbereid. We hadden de eerste golf geëvalueerd en opschalingsmodellen gemaakt voor de verschillende afdelingen. Daarbij lag de focus op flexibel opschalen en het in stand houden van zoveel mogelijk reguliere zorg”

Wat doen jullie nu beter dan in de eerste golf?
“De crisisstructuur is aangepast. We werken nu met een Zorg Continuïteitteam (ZCT) die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de COVID-19-zorg. Daarnaast hebben wij bijvoorbeeld niet meer gekozen voor hele grote cohort-afdelingen. Maar we hebben meerdere kleine cohort-afdelingen binnen de verpleegafdelingen. Deze kunnen flexibel op- en afschalen. Zodra er meer COVID-patiënten bijkomen, kunnen we de scheiding verplaatsen en zo kunnen we per vier kamers opschalen.”

Was er ook iets waar jullie door verrast werden?
“Ja. Na de eerste piek had het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) een plan gemaakt voor het verdelen van de patiënten. Hierop hebben wij ook onze eigen plannen afgestemd.

'Het plan van het LNAZ werd al snel losgelaten'

Echter werd het plan van het LNAZ al snel losgelaten. Toen ook andere regio’s moesten opschalen, werd de coördinatie al snel overgenomen door het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding waardoor we geen invloed meer hadden op onze instroom. Daar werden we wel een beetje door overvallen. Dat hadden we vooraf niet verwacht.”

Hoe gaat het nu in jullie ziekenhuis?
“Zoals in elk ziekenhuis is de druk enorm hoog. Deze golf duurt langer dan de eerste golf en we hebben de reguliere zorg erbij. Het is soms echt jongleren. Bovendien kwam de tweede golf toen veel medewerkers nog niet hersteld waren van de eerste piek.”

Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie de zorgmedewerkers zo goed mogelijk ontlasten?
“Op verschillende manieren. Zo hebben we een zorgondersteuningsteam. Dit zijn facilitair medewerkers die continu klaarstaan en alle niet-verpleegkundige handelingen van de acute zorgmedewerkers overnemen. Dit kan echt van alles zijn: van het wegbrengen van een monster tot het aanreiken van materiaal.

Ook hebben we een peer support team dat continu voor de acute zorgmedewerkers klaar staat. Zij zijn bij de dienstoverdrachten en lopen regelmatig over de afdelingen. Dat maakt de psychologische ondersteuning laagdrempelig.

'Het zorgondersteuningsteam staat continu voor de acute zorgmedewerkers klaar'

Daarnaast hebben we nog veel andere dingen, zoals extra mogelijkheden voor kinderopvang, een regeling waardoor zorgmedewerkers gemakkelijk meer uren kunnen laten uitbetalen en een regeling waarmee ze hun contract kunnen ophogen.

Ook hebben we een ontspanningsruimte, waar acute zorgmedewerkers bijvoorbeeld terecht kunnen voor een rustmoment of om even op een massagebed te liggen. Daarnaast hebben we een inspanningsruimte waar ze bijvoorbeeld kunnen tafeltennissen of darten. Deze ruimtes zijn ook als een blijk van waardering voor de prestatie die zij nu neerzetten.”

Als de Engelse variant van het virus ook toeslaat in Nederland, wordt de druk nog hoger. Zijn jullie daarop voorbereid?
“Ja. We hebben verschillende oplossingen die we dan kunnen inzetten. We kunnen bijvoorbeeld patiënten vervroegd laten uitstromen. Deze patiënten hebben nog wel zuurstof nodig. Zij kunnen dan thuis behandeld worden door hun huisarts en door de thuiszorgorganisaties.

Tevens zijn we voorbereid op code zwart. We hebben een commissie die in dat geval anoniem kan beoordelen welk patiënt er voorrang krijgt op de IC. Dat hebben we opgezet volgens de landelijke richtlijnen. Dat is moeilijk, maar meer dan het maximale kunnen we niet doen. Laten we hopen dat dit niet nodig zal zijn.”

14 januari 2021