Reportage

Deputy team leader Martin Evers

Rob Jastrzebski
Tekst:
Rob Jastrzebski
Verwachte leestijd: 6 min

Aardbevingen Turkije: USAR.nl blikt terug op grootste reddingsoperatie ooit

De reddingsmissie van USAR.nl na de aardbevingen in Turkije was de grootste en tevens meest succesvolle inzet in de geschiedenis van dit gespecialiseerde team. In de extreme omstandigheden waarin het team werkte, moesten er soms moeilijke beslissingen genomen worden, die in de Nederlandse rampenbestrijding volstrekt ondenkbaar zijn. Een interview met de deputy team leader Martin Evers.

Op maandag 6 februari om zes uur ’s avonds vertrokken 65 hulpverleners vanaf Eindhoven Airport naar het rampgebied in Zuid-Turkije. Dat was 16 uur na de verwoestende aardbevingen, die tal van steden en dorpen in het grensgebied van Turkije en Syrië troffen. Turkije vroeg direct na de bevingen om grootschalige internationale rampenhulp, via International Search and Rescue Advisory Group (INSARAG) van de Verenigde Naties. Circa 90 reddings- en hulpverleningsorganisaties zijn bij dit wereldwijde rampenbestrijdingsnetwerk aangesloten. Ook Nederland participeert met het gespecialiseerde team Urban Search and Rescue Team (USAR.nl) in dit netwerk. USAR.nl wordt gevormd door speciaal getrainde brandweerlieden uit de veiligheidsregio’s Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond, Hollands Midden en Zuid-Holland Zuid, aangevuld met specialisten van defensie, politie en ambulancezorg.

Logistieke uitdaging
Toen het Turkse bijstandsverzoek via de officiële weg (het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) bij USAR.nl terecht kwam, was het team al uren in de weer met de voorbereidingen voor vertrek. Een planningsstaf van USAR.nl kwam om 7 uur ’s ochtends bijeen, nadat deputy team leader Martin Evers via het Nationaal Crisis Centrum (NCC) op de hoogte was gebracht van de ramp. Het NCC is niet alleen de spil in het Nederlandse overheidscrisismanagement, maar volgt ook 24/7 wat er in de wereld gebeurt. De planningsstaf vergaderde op de locatie Zoetermeer van het NIPV, de opkomstplaats voor het team en ook de plek waar alle materialen en uitrusting liggen opgeslagen. Aan de hand van de tot dusver bekende informatie werden de organisatorische en logistieke activiteiten opgestart. Dit was een hectische dag.

Martin: “Snelheid is allesbepalend om na een ramp van deze proporties zoveel mogelijk levens te kunnen redden. Maar het is organisatorisch en logistiek een enorme uitdaging om het team en de uitrusting in de kortst mogelijke tijd op de plaats van bestemming te krijgen. Er moet een militair vrachtvliegtuig worden geregeld, een chartervlucht voor het personeel, busvervoer naar Eindhoven Airport, het team moet worden gebriefd en alle reisdocumenten en douanegegevens voor materieel en medicamenten moeten worden geregeld. Het lijkt alsof je heel veel tijd hebt als je ‘pas’ om zes uur ’s avonds gaat vliegen, maar het was echt een race tegen de klok.”

De planningsstaf bijeen in Zoetermeer. Foto: USAR.nl

Daarbij moet het team altijd bedacht zijn op complicaties die de planning verstoren, want in de hectiek van de rampsituatie gaat niet altijd alles zoals verwacht. Zo ook bij deze missie naar Turkije. Martin: “Door de omstandigheden gedwongen landden de toestellen met het team op verschillende vliegvelden, ver uit elkaar. Er moest heel wat kunst- en vliegwerk aan te pas komen om mensen en materialen weer te herenigen op de luchthaven van Adana, waar het team was geland. Dat leverde enkele uren vertraging op en toont aan dat je bij een internationale USAR-missie flexibel en vindingrijk moet zijn.”

Dankzij twee hulpvaardige tolken kon vervolgens wel vrij soepel transport worden geregeld, voor het vervoer naar het rampgebied in de regio Hatay. Een lange reis van 130 kilometer over volle en deels beschadigde wegen volgde, zodat het team pas op 7 februari om half 2 ‘s middag arriveerde.

Met kunst- en vliegwerk moesten mensen en materialen weer herenigd worden

Martin: “Onze bestemming werd de stad Antakya, waar we een ‘base of operations’ vestigden. Op verzoek van het Zwitserse rampenteam, dat als eerste in het gebied was, hebben we ook een coördinatiecentrum voor de aansturing van alle internationale USAR-teams opgezet. Tegelijk hebben we onze eerste twee verkenningsgroepen de stad in gestuurd om in kaart te brengen waar onze hulp het meest dringend nodig was. Uiteindelijk waren we 36 uur na de aardbeving daadwerkelijk ingezet in het rampgebied. Dat is bijzonder snel, in vergelijking met eerdere uitzendingen, zoals de reddingsmissies in Pakistan en Haïti. Daar konden we pas na enkele dagen aan de slag. Dan is er al veel kostbare tijd verloren gegaan.”

Grote risico’s
De situatie die het team aantrof, omschrijft Mark als ‘surrealistisch’. De omvang van de ramp was nauwelijks te bevatten. Een zee van verwoesting zo ver het oog reikte. Geen gebouw was ongeschonden en overal werden de Nederlandse redders aangeklampt om te helpen met het zoeken naar of bevrijden van slachtoffers; door radeloze burgers, maar ook door lokale hulpverleners.

“Al tijdens de eerste verkenningsronde concludeerden de reddingsgroepen dat een grondige verkenning eigenlijk geen nut had, want er waren zo ontzettend veel plaatsen waar we hulpverzoeken kregen en waar roep- en klopgeluiden uit het puin klonken, dat het onmogelijk was om te prioriteren. We gingen aan de slag en werkten letterlijk straat voor straat en huis voor huis, ondersteund door burgers, lokale brandweerlieden en andere hulpverleners. Al snel wist een van onze vier ingezette reddingsgroepen de eerste twee slachtoffers te bevrijden. Daar put je energie uit. Het levend bevrijden van mensen uit het puin van ingestorte gebouwen is immers ons bestaansrecht. Daarop zijn we getraind en uitgerust.”

Eerste verkenningen in Antakya. Foto: USAR.nl

De redders werkten aanvankelijk dag en nacht waarbij telkens twee reddinsggroepen in het veld actief waren en twee andere rust- en slaaptijd hadden. Zij wisselden elkaar in shifts van acht uur af. “Maar de omstandigheden dwongen ons al snel dat schema te herzien”, vervolgt Martin. “Doorwerken in de nacht bleek onhaalbaar vanwege het grote veiligheidsrisico. Omdat er in het rampgebied geen elektriciteit meer was, zat de verwoeste stad volledig in het donker. Daardoor was oriëntatie bijna onmogelijk en liepen de redders in de instabiele puinhopen en ‘op scherp staande’ gebouwen onverantwoorde risico’s. Er waren voortdurend naschokken, waardoor puin in beweging kwam of zwaar beschadigde gebouwen alsnog konden bezwijken. Daarop besloten we alle vier de reddingsgroepen maximaal in te zetten bij daglicht en ’s nachts te rusten. Het was de juiste keuze, maar het voelde wel moeilijk, omdat je weet dat er nog zoveel mensen onder het puin liggen.”

Moeilijke beslissingen
Het team kreeg tijdens de inzet in Antakya met meer moeilijke afwegingen en keuzes te maken. Mark beklemtoont dat de leden van USAR.nl uitstekend zijn opgeleid en getraind voor dit type reddingsoperaties en over een uitgebreide uitrusting beschikken. Maar al die preparatie kan hen toch nooit volledig voorbereiden op de harde realiteit waarin zij na een zware aardbeving terechtkomen. Het moeilijkst noemt hij de ultieme beslissingen over ‘leven en dood’ die onder zware omstandigheden soms genomen moeten worden.

“Bij een ramp van deze omvang met zoveel slachtoffers, is alles schaars. Materiële capaciteit, menskracht en tijd. Het is continu een race tegen de klok, want gewonde slachtoffers die bekneld liggen onder het puin en verstoken zijn van water en voedsel, kunnen maar een beperkte tijd overleven. Dat betekent dat je, hoe hard dat ook mag klinken, steeds de afweging moet maken hoe en waar je je beschikbare reddingscapaciteit het beste kan inzetten om zoveel mogelijk levens te redden. Kort door de bocht: we kunnen niet iederéén redden. Reddingen uit onstabiel puin zijn ingewikkeld en tijdrovend. Het kan zomaar tien tot twaalf uur duren om één persoon diep uit een onstabiel gebouw op te graven, met het risico van verdere verzakkingen of instortingen door naschokken. Als we in diezelfde tijd op meer plaatsen een groter aantal gemakkelijker bereikbare slachtoffers met een betere overlevingskans kunnen redden, dan doen we dat laatste.”

De schaal van de verwoestingen was nauwelijks te bevatten. Foto: USAR.nl

Deze afwegingen en beslissingen maken het reddingswerk in een aardbevingsgebied volgens Martin extra zwaar door de emotionele last die de redders voelen. “Het zijn omstandigheden die we in onze dagelijkse hulpverlenings- en rampenbestrijdingspraktijk in Nederland volstrekt niet kennen. Instortingen komen soms voor, bijvoorbeeld na gasexplosies. Dan moet er soms ook langdurig en zorgvuldig worden gezocht en gegraven om een of meer slachtoffers te bevrijden. Desnoods werken we 24 uur door en regelen we aflossing en ondersteuning uit het hele land om de klus te klaren, zo nodig ook met steun van gespecialiseerde bedrijven. Die luxe heb je in een aardbevingsgebied met zo’n grote hulpvraag, schaarse reddingscapaciteit en verwoeste infrastructuur niet.

Daar komt bij dat we onze beslissing ook moeten kunnen uitleggen. Aan lokale rampenbestrijders, maar ook aan familieleden en andere helpers die tot het uiterste willen gaan om hun dierbaren uit het puin te halen. Wat de hulpverleners tijdens de lange en zware dagen meemaken, zien, voelen, is emotioneel flink belastend. Daarom was de collegiale steun aan elkaar tijdens de inzet en in het base camp essentieel. Mensen moeten hun verhaal aan elkaar kwijt kunnen en elkaar bijstaan. Daar was gelukkig steeds gelegenheid voor.”

Succesvol
De reddingsoperatie van USAR.nl die, met heen- en terugreis, uiteindelijk tien dagen duurde, vat Martin samen als een ‘rollercoaster’ met afwisselend succesmomenten en teleurstellingen. De ene dag konden meerdere mensen levend worden gered en aan medische hulpverleners worden overgedragen, een volgende dag overleed een bedolven slachtoffer tijdens de redding of moest het team besluiten geen inzet te doen omdat het slachtoffer onbereikbaar was of omdat een reddingsactie te complex en te tijdrovend zou zijn.

Martin: “Ook in die gevallen hebben we soms toch iets kunnen betekenen, omdat we de familie van vermiste personen in ieder geval konden vertellen wáár hun dierbare was, óf dat hij of zij al was overleden. Een harde boodschap, maar het gaf hen wel zekerheid. Ondanks de hectiek en de emoties van mensen die naar vermiste of bedolven dierbaren zochten, was er ook begrip voor onze beslissing als we iemand níet konden redden. Sowieso hebben we tijdens deze reddingsmissie een grote saamhorigheid en eenheid ervaren. Dagenlang hebben we samengewerkt met lokale hulpverleners en burgers. Die hadden soms niet meer dan een schepje of hun blote handen om mee te graven. En ondanks de grote kloof in taal en cultuur stonden we zij aan zij en deden we allemaal wat we konden met één gemeenschappelijk doel voor ogen: zoveel mogelijk levens redden.”

Met twaalf geslaagde reddingen was de missie in Turkije de meest succesvolle actie in de geschiedenis van USAR.nl. Foto: USAR.nl

En dat doel is in ieder geval gehaald, want met twaalf reddingen in acht dagen tijd is de inzet in Antakya de meest succesvolle missie van USAR.nl sinds de oprichting van het team. De Nederlandse redders waren onderdeel van een van de grootste internationale rampenhulpverleningsoperaties ooit, waaraan talloze teams vanuit de hele wereld deelnamen. De tol van de ramp was verschrikkelijk met meer dan 50.000 dodelijke slachtoffers en verwoestingen op onvoorstelbare schaal. Maar dankzij de verenigde inspanningen van talloze speciaal getrainde teams van ‘around the globe’ konden ook duizenden mensen levend uit ingestorte of beschadigde gebouwen worden gehaald.

Martin: “Als USAR.nl hebben we laten zien waarvoor we staan en wat we met de in Nederland beschikbare kennis en kunde kunnen betekenen in de internationale rampenhulpverlening. We kijken terug op een geslaagde operatie, met lessen en ervaringen waarmee we ons voordeel kunnen doen voor toekomstige missies. Maar eerst moeten we het team qua materieel, logistiek en mentale fitheid weer up-to-date brengen, want op al die aspecten was de inzet een forse aanslag.

Om te beginnen is er veel aandacht voor de nazorg voor de teamleden. Die zijn na vertrek uit Turkije eerst twee dagen in Malaga geweest om op adem te komen. Daar was ook psychologische ondersteuning aanwezig voor mensen die daar behoefte aan hadden. Verder moeten alle ingezette materialen en uitrusting worden schoongemaakt en waar nodig hersteld en aangevuld. Ook de tenten en materialen voor ons base camp moeten nieuw worden aangeschaft. Ons basiskamp is namelijk in Antakya achtergebleven. Dat hebben we geschonken aan hulporganisatie Oxfam Novib, die na de reddingsfase een humanitaire hulpverleningsmissie is gestart in het gebied. Zo steunen we als hulpverleningsorganisaties elkaar.”

21 maart 2023