Actueel
Maaike Tindemans
Tekst:
Maaike Tindemans
Verwachte leestijd: 3 min

2e fase coronacrisis: ‘Burgemeesters leveren lokaal maatwerk’

“Elke gemeente is anders”, zegt Vina Wijkhuijs, senior onderzoeker bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). “We zien dan ook dat burgemeesters de landelijke maatregelen afstemmen op de lokale omstandigheden.”

Vina Wijkhuijs ondervroeg begin mei 20 burgemeesters over hun visie op de tweede fase van de coronacrisis. Ze deed dit samen met haar collega Menno van Duin, lector Crisisbeheersing. Ze schreven hierover het rapport 'De impact van de coronacrisis op gemeenten'.

“Voor burgemeesters zijn er nu drie dingen relevant”, zegt Van Duin. “Ten eerste is het zaak dat het sociale leven stapsgewijs toegaat naar het nieuwe normaal. Tegelijkertijd is nazorg van belang én de voorbereiding op een eventuele tweede ziektegolf. Het is op dit moment simultaan schaken.”

Maatwerk
In de gesprekken komt naar voren dat elke gemeente om een andere aanpak vraagt. Een gemeente met een aantal kleine dorpskernen is niet te vergelijken met een grote stad. En ook per regio zijn er verschillen. "Een burgemeester voelt vaak goed aan welke aanpak het beste bij zijn gemeente past", zegt Wijkhuijs.

Toeristische gebieden vragen om een andere aanpak dan andere delen van het land

"Dat zag je bijvoorbeeld bij het wel of niet openhouden van de vakantieparken. In een provincie als Zeeland zijn veel vakantieparken en relatief weinig ziekenhuizen. Een uitbraak zou daar sneller tot problemen kunnen leiden dan in stedelijke gebieden. Daarom is het logisch dat er in die regio andere maatregelen werden getroffen dan in grote delen van de rest van het land.”

Juiste toon
Over het algemeen hoort Wijkhuijs in de gesprekken terug dat de toon van veel burgemeesters in deze tweede fase veranderd is. “In de acute fase was duidelijk wat niet mocht. Nu ligt de focus op wat wél mag en worden burgers en ondernemers aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Het overbrengen van de juiste boodschap past bij het ambacht van het burgemeesterschap. Burgemeesters zijn gewend om te duiden, goed te communiceren en de juiste toon te kiezen.”

'Burgemeesters zijn gewend om te duiden'

Van Duin: “En we horen van burgemeesters dat zij tijdens deze crisis veel onderling overleggen. In bepaalde regio’s spelen bovenregionale vraagstukken, zoals het wel of niet openen van de jachthavens of het overnachten op een eigen boot. We zien dat burgemeesters elkaar daarin opzoeken, zodat ze deze maatregelen op elkaar kunnen afstemmen.”

Nationaal rouwmoment
Een thema dat momenteel in gemeentes leeft is nazorg. Komt er bijvoorbeeld een nationaal rouwmoment? “Van sommige burgemeesters horen we dat daar behoefte aan is”, zegt Wijkhuijs. “Zij vinden dat een belangrijk aspect van de ramp in stilte voorbij is gegaan. Mensen zijn bijna onzichtbaar overleden. Ze zouden het goed vinden als er een nationaal herdenkingsmoment komt, zoals dat ook bij de MH17-ramp is geweest.”

Sommige burgemeesters horen dat er behoefte is aan een nationaal rouwmoment

“Een belangrijk element is dat de burgemeesters de voelsprieten van de samenleving zijn”, zegt Wijkhuijs. “Zij voelen de lokale gevoelens goed aan.” Van Duin: “En het bijzondere aan deze crisis is dat zij dit bespreekbaar kunnen maken in het Veiligheidsberaad en dat er via deze constructie goed naar hen geluisterd wordt. Dat zag je eerder al gebeuren met de totstandkoming van de routekaart. Burgemeesters gaven toen in het Veiligheidsberaad aan dat de scholen, sportverenigingen en lokale ondernemers het perspectief misten. Vervolgens kwam de overheid met een routekaart waarin werd omschreven in welke stappen de maatschappij weer open zou gaan.”

'Burgemeesters zijn de voelsprieten van de samenleving'

Van Duin: “Dan nog blijft er ruimte voor een goede vertaling naar lokaal niveau. Je kunt als land groots stilstaan bij een ramp, zoals dat ook bij de MH17 gebeurde. Daarnaast kunnen gemeentes waar veel slachtoffers zijn gevallen bijvoorbeeld een monument oprichten in een park. Landelijke en lokale initiatieven kunnen daarbij goed samengaan.”

Zorgen
Een ander element van deze fase is dat er mogelijk problemen aan het licht komen die tot nu toe onzichtbaar bleven. Denk bijvoorbeeld aan de kinderen die tijdens het thuisonderwijs van de radar verdwenen of verwarde personen. “We hoorden in de gesprekken dat burgemeesters zich daar zorgen over maken”, zegt Wijkhuijs. “Ze signaleren bijvoorbeeld dat de hulpverleners in hun gemeente minder meldingen hebben gekregen, terwijl de problemen achter de voordeur waarschijnlijk niet zijn verdwenen. Dit duidt erop dat mensen het tijdens de crisis lastiger vinden om met instanties contact op te nemen.”

Mogelijke problemen komen nu aan het licht, zoals kinderen die thuis niet de juiste begeleiding hebben gekregen

Van Duin: “In dit soort situaties is het belangrijk dat mensen weer de weg vinden naar de reguliere instanties en structuren. Het zou niet wenselijk zijn als er nu allerlei nieuwe initiatieven opgetuigd worden, waardoor mensen het overzicht verliezen. Van de burgemeesters horen we dat de instanties in hun gemeente dat goed oppakken. De leerplichtambtenaren staan paraat en er wordt extra ingezet op maatschappelijke zorg. Alles is erop gericht dat mensen hun weg weer vinden naar de reguliere structuren.”

Tweede golf
Tot slot komt uit de gesprekken naar voren dat burgemeesters zich zorgen maken over een eventuele tweede golf. “Die tweede golf vraagt om een andere aanpak dan de eerste golf”, constateert Van Duin. “In de eerste golf draaide alles om de ic-capaciteit. Nu gaan de r-factor, het contactonderzoek, en ook de mogelijke economische gevolgen een grote rol spelen.”

De koudwatervrees voor GRIP-4 is verdwenen

Toch is er één element dat na de eerste golf als een paal boven water is komen te staan: de koudwatervrees voor GRIP-4 is verdwenen. “We hoorden in vrijwel alle gesprekken terug dat het regionale overleg en ook de afstemming in het Veiligheidsberaad goed is bevallen”, zegt Wijkhuijs. “Iedereen is het erover eens dat dit bij een bovenregionale crisis een goede manier is om samen de crisis te managen.”

04 juni 2020